week 20

• Economie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Doel van de les

Aan het eind van de les weet je wat belasting betalen in Box 1 inhoudt

Loon en inkomsten belasting

Loon: vergoeding voor arbeid

Inkomsten: vergoeding voor beschikbaar stellen van je huis, caravan (huur)

kapitaal: rente ontvang je voor het beschikbaar stellen van geld.

Je moet belasting betalen over je loon en inkomsten

progressieve tarieven

Als je meer gaat verdienen ga je naar verhouding meer belasting betalen.

Als je meer gaat verdienen ga je procentueel meer belasting betalen.

Als je meer gaat verdienen ga je gemiddeld meer belasting betalen.

Als je meer gaat verdienen ga je relatief meer belasting betalen.

Als je meer gaat verdienen ga je meer dan evenredig belasting betalen.

progressieve belasting

Dit is het dus niet:

Als je meer gaat verdienen ga je meer belasting betalen.

(proportioneel)

de schijven

1e schijf 37% over de eerste €68000

Verdien je meer dan dit bedrag dan ga je over iedere euro daarboven 49% belasting betalen.

beloningen en strafjes

Beloning (aftrekposten): bepaalde zaken waar je geld aan hebt uitgegeven mag je van je inkomen aftrekken. Je belastbaar inkomen wordt dan lager.

Hypotheekrente, medicijnen, studie voor beroep, reiskosten voor werk

Strafjes (bijtellingen): bepaalde voordeeltjes die je hebt gekregen daarover moet je alsnog belasting over betalen.

Lease auto, eigen woning

Sommige groepen krijgen aan het eind nog een korting (heffingskorting)

maak opdracht  

3.1 t/m 3.14

Doel van de les

We gaan samen opdracht 3.9 bespreken

Het marginale heffingstarief

In de schijf waarin je laatst verdiende euro valt is je marginale tarief.

bijvoorbeeld:

Mevrouw A haar Bruto inkomen van €69000. Haar marginale tarief is 49,5%

Meneer B zijn bruto inkomen bedraagt € 68000. Zijn marginale tarief is 37,1%

Progressief, degressief of proportioneel

1. Progressief: meer verdienen procentueel meer B betalen. 

2.Degressief: meer verdienen procentueel minder betalen.

3.Proportioneel: meer verdienen meer B betalen. 

ad. 1 nivelleren van inkomensverschillen, inkomensverschillen kleiner maken.

ad. 2 rijke mensen gaan minder betalen, stimuleren om rijken niet te laten verhuizen naar belastingparadijzen.

ad. 3 de vlaktaks is een voor iedereen hetzelfde (lage) tarief van bv 25%.

loonheffing 1e schijf

De loonheffing in de eerste schijf bestaat uit:

Premies volksverzekeringen (AOW van opa en oma): 27,65%

Loonbelasting: (37,1%-27,65%) = 9,45%

Het tarief aan premies is proportioneel (27%) de werking is degressief (t.o.v het totale inkomen)