Je weet hoe je lichtstralen tekent.
Je kunt uitleggen hoe je de grootte van een schaduwgebied kunt bepalen.
Je kunt bepalen in welk gebied zich de halfschaduw en de kernschaduw bevinden.
Je kunt het verschil tussen direct, indirect en diffuus licht uitleggen.
Je kunt uitleggen wat reflectie en verstrooiing zijn.
Je kunt uitleggen hoe de blauwe kleur van de hemel en de rode kleur van de ondergaande zon worden veroorzaakt. (PLUS)