Landstede Groep

SPQR les 11

Les 11 - Pugna
1 / 60
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 60 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Les 11 - Pugna

Slide 1 - Slide

Werkwoordstijden prs - impf - pf

Slide 2 - Slide

Uitgangen - prs.
ev
mv
1e
1e
2e
2e
3e
3e
geb. w.
geb. w.
inf.
tis
mus
nt
o
t
s
te
re
(e)

Slide 3 - Drag question

Uitgangen - impf.
ev
mv
1e
1e
2e
2e
3e
3e
s
nt
t
mus
tis
m

Slide 4 - Drag question

Uitgangen - perf.
ev
mv
1e
1e
2e
2e
3e
3e
istis
imus
erunt
i
it
isti

Slide 5 - Drag question

vulneras =
A
jij verwondt
B
jij verwondde
C
jij hebt verwond
D
geen van deze antwoorden

Slide 6 - Quiz

superavimus =
A
wij overwinnen
B
wij overwonnen
C
wij hebben overwonnen
D
geen van deze antwoorden

Slide 7 - Quiz

gaudetis =
A
jij bent blij
B
jij was blij
C
jij bent blij geweest
D
geen van deze antwoorden

Slide 8 - Quiz

Wat betekent 'gaudetis' dan wel?

Slide 9 - Open question

spectabatis =
A
wij kijken naar
B
wij keken naar
C
jullie kijken naar
D
jullie keken naar

Slide 10 - Quiz

Welke tijd is 'spectavimus'?
A
praesens
B
imperfectum
C
perfectum
D
geen van deze antwoorden

Slide 11 - Quiz

manui =
A
wij blijven
B
wij bleven
C
wij zijn gebleven
D
geen van deze antwoorden

Slide 12 - Quiz

Wat betekent 'manui' dan wel?

Slide 13 - Open question

Praesens
Imperfectum
Perfectum
vides
demonstravit
stabant
erant
salutant
pendebat
finivisti
nuntiamus
sum
fluebat
gaudebamus
timuit
audivi

Slide 14 - Drag question

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide


Korte check!

Slide 27 - Slide

De vertaling 'wij zagen' hoort bij
A
praesens
B
imperfectum
C
perfectum
D
plusquamperfectum

Slide 28 - Quiz

De vertaling 'wij waren gekomen' hoort bij
A
praesens
B
imperfectum
C
perfectum
D
plusquamperfectum

Slide 29 - Quiz

De vertaling 'hij had gekund' hoort bij
A
praesens
B
imperfectum
C
perfectum
D
plusquamperfectum

Slide 30 - Quiz

De vertaling 'ik ben geweest' hoort bij
A
praesens
B
imperfectum
C
perfectum
D
plusquamperfectum

Slide 31 - Quiz

Het plusquamperfectum is gelijk aan de
A
onvoltooid verleden tijd
B
voltooid verleden tijd
C
onvoltooid tegenwoordige tijd
D
voltooid tegenwoordige tijd

Slide 32 - Quiz

het plusquamperfectum herken je aan
A
vi
B
i
C
ba
D
era

Slide 33 - Quiz

Het plusquamperfectum kun je herkennen aan de
A
perfectumstam
B
persoonsuitgangen
C
perfectumstam + era + persoonsuitgangen
D
perfectumstam + eva + persoonsuitgangen

Slide 34 - Quiz

Welk van deze vormen is een plusquamperfectum?
A
terreo
B
terrere
C
terruimus
D
terrueramus

Slide 35 - Quiz

Welk woord is een plusquamperfectum?
A
clamat
B
clamaverat
C
audiebat
D
audivit

Slide 36 - Quiz

welke vorm is plusquamperfectum?
A
audivistis
B
superat
C
vici
D
fuerant

Slide 37 - Quiz

Welke tijd heeft 'audiverat'?
A
praesens
B
imperfectum
C
perfectum
D
plusquamperfectum

Slide 38 - Quiz

Welke tijd heeft 'timuit'?
A
praesens
B
imperfectum
C
perfectum
D
plusquamperfectum

Slide 39 - Quiz

Welke tijd heeft 'regebatis'?
A
praesens
B
imperfectum
C
perfectum
D
plusquamperfectum

Slide 40 - Quiz

Welke tijd heeft 'potuerat'?
A
praesens
B
imperfectum
C
perfectum
D
plusquamperfectum

Slide 41 - Quiz

Welke persoon heeft 'audivistis'?
A
1e persoon mv
B
2e persoon mv
C
3e persoon ev
D
2e persoon ev

Slide 42 - Quiz

Welke tijd heeft 'eramus'?
A
praesens
B
imperfectum
C
perfectum
D
plusquamperfectum

Slide 43 - Quiz

Slide 44 - Slide

Aan de slag!
  • Maak M. 19-20 (HB blz. 95) 
  • Lees TB blz. 52 
  • Maak opdr. 38, 39, 40 (HB blz. 50)
  • Priegel en vertaal T11

Slide 45 - Slide

Programma deze les
  • Checkvragen pqpf
  • M. 19 en 20 (HB blz. 95) bespreken
  • Werkwoordoefening
  • Aan de slag! 

Slide 46 - Slide

Slide 47 - Slide

Slide 48 - Slide

Slide 49 - Slide

Slide 50 - Slide

Aan de slag!
  • Lees TB blz. 52 
  • Maak opdr. 38, 39, 40 (HB blz. 50)
  • Priegel en vertaal T11

Slide 51 - Slide

Programma deze les
  • Huiswerk bespreken
  • Kahoot werkwoordtijden tot nu toe
  • T11 afronden
  • Aan de slag met het oefenPW

Slide 52 - Slide

Slide 53 - Slide

Slide 54 - Slide

Slide 55 - Slide

Kahoot Werkwoord SPQR les 11
https://create.kahoot.it/details/1c3e7688-79de-4f8d-a41b-68647d2c3842 

Slide 56 - Slide

T11 Pugna
  • Haal uit r. 12-25 de 22 persoonsvormen en geef pers-getal-tijd-vertaling
  • Gok aan de hand van de werkwoorden wat er in r. 12-25 is gebeurd.
  • Vertaal r.26-31

Klaar? Begin met het oefenPW

Slide 57 - Slide

Persoonsvormen T11 r. 12-25
vocabant (r.18)
pugna (r.18)
potes (r.19)
appropinquavit (r.20)
clamavit (r.20)
fugit (r.20)
recusat (r.21)
negaverunt (r.21)
Stabat (r.12)
gerebat (r.13)
intravit (r.13)
superaverat (r.15)
appropinquavit (r.16)
erat (r.16)
vitavit (r.17)
erant (r.17)
est (r.22)
consistit (r.22)
vertit (r.23)
exspectabat (r.24)
temptavit (r.24)
vulneraverat (r.25)

Slide 58 - Slide

Slide 59 - Slide

Slide 60 - Slide