Landstede Groep

Kies 2 Thema 3 Politiek

Politiek
Thema 3 uit Kies2 
1 / 59
next
Slide 1: Slide
BurgerschapsonderwijsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 59 slides, with interactive quizzes, text slides and 7 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Politiek
Thema 3 uit Kies2 

Slide 1 - Slide

waar denk jij aan bij het woord:
POLITIEK

Slide 2 - Mind map

Democratie
Dictatuur

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

DEMOCRATIE
DICTATUUR
Eerlijke verkiezingen
Volksvertegenwoordigers beslissen namens het volk
1 persoon heeft de macht
scheiding van de macht
Er is geen persvrijheid
Weinig vrijheid van meningsvrijheid

Slide 5 - Drag question

democractische rechtsstaat
https://schooltv.nl/video/focus-op-de-maatschappij-de-rechtsstaat/
SchoolTV.nl: Rechtsstaat

Slide 6 - Slide

Een land waarin de inwoners invloed hebben op de keuzes die over het land worden gemaakt.

Iemand die namens de bevolking beslissingen neemt.
Een land waarin één persoon of een kleine groep alle macht heeft.

Democratie
Volksvertegenwoordiger
Dictatuur

Slide 7 - Drag question

Slide 8 - Slide

Wat is een POLITICUS?

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Video

Slide 11 - Video

Welke politieke partij(en) ken jij?

Slide 12 - Mind map

volgende les:
Starten we met een quizzzzzzzz

Extra opdracht:
Wat zou jij willen veranderen in NL? Wat vind jij belangrijk? 

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Link

campagnefilmpjes
wat is de belangrijkste boodschap?

Slide 15 - Slide

Gemeente

Gemeenteraads
verkiezingen

(x aantal zetels per gemeente)

Bestuur stad of dorp
(plaatselijke partijen)

Elke 4 jaar
Provincie

Provinciale Staten verkiezingen

(x aantal zetels per provincie)

Bestuur provincie
(kiezen de 1e Kamer)

Elke 4 jaar
Europese Unie

Europees Parlements
verkiezingen

(751 zetels)

Bestuur Europese Unie
(nationale partij)

Elke 5 jaar

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

STEMPAS
STEMBILJET
STEMLOKAAL
STEMBUS

Slide 18 - Drag question

volgende les:
Debat voeren in de klas

Slide 19 - Slide

Maar eerst...


even jullie geheugen opfrissen 

Slide 20 - Slide

Een land waarin de inwoners invloed hebben op de keuzes die over het land worden gemaakt, is een ...
A
Dictatuur
B
Koninkrijk
C
Democratie
D
Rechtsstaat

Slide 21 - Quiz

Wat staat er in het verkiezingsprogramma van een politieke partij?

Slide 22 - Open question

Een persoon die beslissingen neemt namens de bevolking, noem je een ...
A
Politicus
B
Volksvertegenwordiger
C
Koning
D
Minister

Slide 23 - Quiz

Een zetel is een plek in de gemeenteraad, Provinciale Staten, Tweede Kamer of het Europees Parlement.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quiz

In de Tweede Kamer zitten ... volksvertegenwoordigers

Slide 25 - Open question

Wie zit waar?
Minister-president
Leider van de politieke partij in de Tweede Kamer, bijvoorbeeld Geert Wilders.
Voorzitter van de Tweede Kamer
Journalisten
Hier zit een volksvertegenwoordiger.
Hier zit iemand die interesse heeft in het debat.
In totaal 150 leden.
Bijvoorbeeld de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Slide 26 - Drag question

Debatteren
De minister van Volksgezondheid wil een wet invoeren waarbij iedereen elke week verplicht een Corono-test moet doen.

Slide 27 - Slide

Wie doet wat?
Eén leerling speelt de minister van Volksgezondheid. Hij/zij moet de Tweede Kamer overtuigen en vragen beantwoorden.
Eén leerling speelt een Tweede Kamerlid die tégen het wetsvoorstel is. Hij/zij moet de Tweede Kamer ervan overtuigen dat de wet NIET mag worden ingevoerd.
Een aantal leerlingen spelen de Tweede Kamer die nog niet weten of zij voor of tegen zijn. Ze stellen vragen aan de minister.

Slide 28 - Slide

Hoe maak je een sterk argument?
Het is heel belangrijk dat je je argumenten goed
kunt uitleggen. Als je je argument goed uitlegt,
dan heb je een sterk argument. Een argument goed
uitleggen doe je door het nemen van drie stappen:
1. Eerst zeg je wat het argument (A) is.
2. Dan leg je het argument uit (U).
3. Tot slot geef je een voorbeeld: ‘Bijvoorbeeld, (B) ...’

Je kunt dat onthouden met het ezelsbruggetje AUB

Slide 29 - Slide

Hoe doe je dat dan?

Slide 30 - Slide

De volgende les:
Europese Unie

Slide 31 - Slide

video bij opdracht 2 blz 113
https://studiemeter.uitgeverij-deviant.nl/#/main/?screen=exercises&methodId=35&studyYearId=235&exerciseId=23075

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Video

Slide 34 - Video

Volgende les:
Herhalen van thema 3 Politiek

Zorg dat je alle opdrachten van de planner af hebt!
(ik ga het controleren)

Slide 35 - Slide

uitleg over het verschil tussen:
regering, kabinet, 1e kamer, 2e kamer, ministers, Staten Generaal, parlement
Eerste Kamer
Tweede Kamer
Parlement
Regering
Kabinet

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Video

Parlement of Staten-Generaal
In een democratie noem je de volksvertegenwoordiging ook wel ‘het parlement’. In Nederland bestaat het parlement dus uit de Eerste Kamer en de Tweede Kamer samen. Dit zijn politici die (in)direct door het volk gekozen zijn en beleid maken voor het hele land.
Het parlement heeft de 'wetgevende macht'. 

Slide 39 - Slide

De Tweede Kamer
In de Tweede Kamer zitten 150 kamerleden die direct zijn gekozen in de Tweede Kamerverkiezingen. De Tweede Kamer bedenkt wetten en neemt deze vervolgens aan. Voor het aannemen van wetten is het van belang dat je een meerderheid van de stemmen hebt. De helft +1 vormt de meerderheid en de helft -1 is een minderheid. 
Om een meerderheid te hebben, gaan partijen samenwerken in een coalitie. In tegenstelling tot de Eerste Kamer, kan de Tweede kamer ook wetten wijzigen. Nadat de Tweede Kamer een wet heeft bedacht en aangenomen, komt deze bij de Eerste Kamer terecht.
Coalitie =
Een coalitie is een samenwerking tussen twee (of meerdere) partijen om voor een meerderheid van stemmen te zorgen.

Slide 40 - Slide

In de Tweede kamer zitten … kamerleden en in de Eerste Kamer zitten … kamerleden. De taak van de Tweede Kamer is om wetten te … en deze wetten vervolgens … . De taak van de Eerste kamer is om deze wetten … .

Slide 41 - Open question

Dit zijn de juiste antwoorden:
In de Tweede kamer zitten 150 kamerleden en in de Eerste Kamer zitten 75 kamerleden. De taak van de Tweede Kamer is om wetten te bedenken en deze wetten vervolgens aan te nemen. De taak van de Eerste kamer is om deze wetten te controleren, keuren of te verwerpen.

Slide 42 - Slide

De Eerste Kamer
De Eerste Kamer bestaat uit 75 kamerleden die indirect zijn gekozen. De Provinciale Statenverkiezingen bepalen wie er in de Eerste kamer komt. De Eerste Kamer heeft een belangrijke taak, ze keuren wetsvoorstellen goed of verwerpen wetsvoorstellen.

Slide 43 - Slide

Regering
De regering bestaat uit de Koning en de ministers, zij besturen het land. De regering heeft de 'uitvoerende macht' Als een nieuwe wet, vaak gemaakt door een minister/staatssecretaris, is aangenomen in de Eerste en Tweede Kamer, is het aan de regering om te zorgen dat de wet ook uitgevoerd wordt.

Slide 44 - Slide

Kabinet
Het kabinet bestaat uit alle ministers en staatssecretarissen. Ministers zijn de baas over honderden ambtenaren op een ministerie en op grote ministeries zijn er vaak staatssecretarissen die hen daarbij helpen. 
Iedere week, vaak op vrijdag, komen ze samen onder leiding van de minister-president. De belangrijkste taak van het kabinet is beleid maken. Ieder kabinetslid is zoals gezegd verantwoordelijk voor zijn/haar onderdeel (bijv. Zorg, Onderwijs of Buitenlandse Zaken) en moet zorgen dat de wetgeving daar in orde is.

Slide 45 - Slide

Ministerie
Een afdeling van de overheid waar de plannen van een minister worden uitgewerkt en uitgevoerd.

Ministeries, en vooral de ambtenaren die er werken, hebben een ontzettend belangrijke rol in het vormen van nieuw beleid en het maken van nieuwe wetten. Terwijl wij iedere vier jaar nieuwe volksvertegenwoordigers kiezen voor de Tweede Kamer en er dan ook een nieuwe regering (met nieuwe ministers) gevormd moet worden, blijven de ambtenaren op het ministerie dan gewoon op hun plaats. Zodoende zijn ambtenaren een soort vaste rots om op te bouwen en hebben ze meer kennis en ervaring dan de minister die boven hun staat.


https://www.mrchadd.nl/academy/vakken/maatschappijleer/ministeries-hoe-werken-ze-precies

Slide 46 - Slide

En nu een oefentoets

Slide 47 - Slide

Wat is een volkvertegenwoordiger?
A
Iemand die actievoert tegen een bepaalde politieke beslissing.
B
Iemand die alle macht in een land in handen heeft.
C
Iemand die namens de bevolking beslissingen neemt in de politiek.

Slide 48 - Quiz

Wat bedoelt Mauds werkgever met 'democratisch beslissen'?
A
Hij beslist zelf of Mauds ontwerp het nieuwe logo wordt.
B
Hij laat alle medewerkers stemmen over het nieuwe logo.
C
Hij en Maud bepalen samen of het nieuwe logo wordt ingevoerd.

Slide 49 - Quiz

Wanneer noem je iemand een politicus? Als die persoon ...
A
...voor zijn beroep politieke keuzes maakt.
B
C
stemt wanneer er verkiezingen zijn.
D
lid is van een politieke partij.

Slide 50 - Quiz

Waar is het CDA een voorbeeld van?
A
een ministerie
B
een regering
C
een politieke partij

Slide 51 - Quiz

Wie worden er tijdens de landelijke verkiezingen gekozen?
A
de leden van de gemeenteraad
B
de leden van de Provinciale Staten
C
de leden van de Tweede Kamer

Slide 52 - Quiz

Vóór de verkiezingen proberen politieke partijen om stemmen te winnen. Hoe noem je de periode waarin dit gebeurt?
A
de verkiezingscampagne
B
het verkiezingsdebat
C
de politiek
D
het verkiezingsprogramma

Slide 53 - Quiz

Wat is GEEN taak van de koning?
A
de troonrede voorlezen op Prinsjesdag
B
nieuwe wetten ondertekenen
C
op staatsbezoek gaan
D
stemmen over wetsvoorstellen

Slide 54 - Quiz

Welke taak heeft een minister?
A
de troonrede voorlezen
B
politieke beslissingen nemen over een bepaald onderwerp
C
vragen stellen over de plannen van de regering

Slide 55 - Quiz

Welke taken heeft de Tweede Kamer?
A
nieuwe wetten uitvoeren
B
controleren of ministers hun werk goed doen
C
stemmen over nieuwe wetten
D
de nieuwe regering benoemen

Slide 56 - Quiz

Hoe noem je een afdeling dat het beleid van de regering uitvoert?
A
een ministerie
B
een politieke partij
C
een zetel
D
een democratie

Slide 57 - Quiz

Welke landen zijn ingekleurd?

Alle landen die …
A

Slide 58 - Quiz

Wie wordt of worden er gekozen bij de Europese verkiezingen in Nederland?
A
de leden van het Nederlands parlement
B
de Nederlandse leden van het Europees Parlement
C
de Nederlandse voorzitter van het Europees Parlement

Slide 59 - Quiz