Herhaling H5-9

• Economie & Ondernemen
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

H5

E-commerce

Waarvoor staat het begrip e-commerce?

1. Elektronische bedrijvigheid.
2. Elektronische bedrijfsvoering.
3. Elektronische bedrijven.
4. Elektronische bedrijfsinrichting.

Wat voor soort handel wordt er gedreven?

De groothandel 'Sneakers' verkoopt aan diverse schoenwinkels. Klanten kunnen er niet kopen.

1. B2B
2. B2C
3. C2C
4. B2B2C

Wat betekent M-commerce?

1. Markt commerce.
2. Mega commerce.
3. Mobiele commerce.
4. Mens tot mens commerce.

Stelling: Bij responsive design is een website te openen en te bekijken op alle soorten devices.

1. juist
2. onjuist

Wat betekent dit voor de klanten?

Hans en Marijke hebben een Nederlands souveniersbedrijf. Sinds kort hebben ze ook een webshop, deze is in het Engels opgesteld en kan wereldwijd worden bezocht.

1. De klanten kunnen plaats- en tijdonafhankelijk kopen.
2. De klanten kunnen goedkoper souveniers kopen..
3. De klanten kunnen van 9 tot 5 kopen.
4. De klanten kunnen advies vragen.

Wat houdt SEO in?

1. Zoekmachine instelling.
2. Zoekmachine instelling.
3. Zoekmachine ondersteuning.
4. Zoekmachine optimalisatie.

Wat doet het CMS?

1. Beveiligt de website.
2. Start de website.
3. Bevat de inhoud van de website.
4. Bevat de zoekmachine van de website.

Wat doet de webhost?

1. Deze ontvangt de klanten op de website.
2. Deze biedt ruimte aan de website op een server.
3. Deze beveiligt de website tegen indringers.
4. Deze opdate de website.

Wat klopt er NIET in het voorbeeld?

John heeft al sinds 1980 een webshop. Hij verkoopt alles voor de hengelsport. Hij richt zich op een wereldwijde doelgroep. Hij verkoopt alles voor het vissen in zoet en zout water.

1. Wereldwijde doelgroep.
2. Sinds 1980.
3. Zoet water.
4. Zout water.

Lees het voorbeeld. Wat voor soort handel wordt er gedreven?

Fred koopt op Marktplaats eenfiets van Henk, Henk heeft twee fietsen en gebruikt er maar een.

1. B2B
2. B2C
3. C2C
4. B2B2C

H6

Productfotografie

Wat betekent diafragma?

1. Dit is de sterkte van de camera bij het maken van de foto.
2. Dit is de opening van de lens waar het licht doorheen valt.
3. Dit is de sterkte van de lens waar het licht doorheen valt.
4. Dit is de opening van de vcamera waar het licht doorheen gaat.

Wat moet je doen om een product in zijn geheel scherp op de foto te zetten?

1. Dan kies je een klein diafragma om weinig licht naar binnen te laten vallen.
2. Dan kies je een klein diafragma om veel licht naar binnen te laten vallen.
3. Dan kies je een groot diafragma om weinig licht naar binnen te laten vallen.
4. Dan kies je een groot diafragma om veel licht naar binnen te laten vallen.

Wat is de sluitertijd?

1. De tijd waarin de camera openstaat tijdens het nemen van een foto.
2. De tijd die je erover doet om een foto te maken.
3. De tijd waarin je de camera instelt voor het maken van een foto.
4. De tijd die je nodig hebt om de foto te bewerken.

Wat betekent de sluitertijd 1/2?

1. De camera staat een halve minuut open.
2. De camera staat een half uur open.
3. De camera staat een halve dag open.
4. De camera staat een halve seconde open.

Welk advies heb je voor Karel?
Karel is fotograaf en heeft af en toe last van bewogen foto's Karel vindt het moeilijk om de camera stil te houden.

1. Gebruik een softbox.
2. Gebruik een opnametafel.
3. Gebruik een statief.
4. Neem andere belichting.

Wat adviseer je Karel?
Bij het fotograferen van producten wil Karel de producten met name van boven belichten.

1. invullicht
2. Achtergrondlicht
3. Hoofdlicht
4. Softboxlicht

H7

Betaalmogelijkheden

Wat is een voordeel voor een webshop als de klant betaalt met iDEAL?

1. Dan betaalt de klant contant.
2. Dan staat het geld direct op de bankrekening van de webshop.
3. Dan krijgt de webshop binnen twee dagen het bedrag op de bankrekening.
4. Dan weet de webshop dat het geld eraan komt.

Wat is een nadeel van het werken met iDEAL?

1. De ontvanger ontvangt het geld pas dagen later.
2. De klant kan het te duur vinden.
3. Er kunnen storingen optreden.
4. Een klant kan het betaalde nog terugvorderen via diens bank.

Wat is een voordeel voor een klant van het gebruik van PayPal?

1. De verkoper ontvangt de persoonlijke gegevens van de klant niet.
2. De bankgegevens van dekoper blijven geheim.
3. De verkoper moet het eerst naar een tussenpersoon sturen.
4. Het gaat contant.

4. Stelling: AfterPay en Klarna werken op eenzelfde manier.

1. Juist
2. Onjuist

Stelling: Een creditcard is hetzelfde als een PayPal account.

1. Juist
2. Onjuist

H8

Wettelijke verplichtingen en voorwaarden

Wie worden beschermd door wettelijke verplichtingen die gelden voor webshops?

1. Webshop zelf
2. Eigenaren
3. Klanten
4. Medewerkers

Hoe lang is de standaard periode van het recht van retour?

1. 7 dagen na ontvangst
2. 14 dagen na ontvangst
3. 21 dagen na ontvangst
4. 28 dagen na ontvangst

Stelling: Een webshop mag de termijn van het recht van retour langer maken dan de standaard termijn.

1. Juist
2. Onjuist

Op welk product geldt het recht van retour NIET?

1. Trui
2. Bloemen
3. Fiets
4. Boeken

Lees het voorbeeld. Waaronder valt deze verplichting?

Webshops moeten de klanten zo goed mogelijk inlichten. De klanten moeten weten of ze met een echt bedrijf te maken hebben.

1. Retourplicht
2. Ontvangstplicht
3. Terugbetaalplicht.
4. Informatieplicht

Lees het voorbeeld. Moet de webshop deze retouren accepteren?

José koopt kleding bij een webshop. Ze vindt , drie weken na ontvangst, de kleding toch niet leuk. Ze stuurt de kleding terug, ze heeft nog niets gedragen en de kaartjes hangen er nog aan. Ze krijgt bericht dat ze de kleding te laat heeft teruggestuurd. in de algemene voorwaarden staat 14 dagen. José zegt dat dit niet voor haar geldt, ze heeft de algemene voorwaarden wel gekregen, maar niet gelezen. Ze kan dit dus niet weten.

1. Ja, ze kon het niet weten want ze heeft de algemene voorwaarden niet gelezen.
2. Ja, de kleding is nog ongedragen.
3. Nee, ze houdt zich niet aan de algemene voorwaarden.
4. Nee, ze moet altijd vragen of ze spullen terug mag sturen.

H9

Een webshop ontwerpen

Waarvoor staat de afkorting WWW?

1. World wide web
2. World wide webshop.
3. Wifi wide web.
4. Wifi wide webshop.

Wat is een ander woord voor webserver?

1. Webshop
2. Website
3. Computer
4. Domein

Wat is een registar?

1. Een bedrijf dat webshops vast mag leggen.
2. Een bedrijf dat exstensies vast mag leggen.
3. Een bedrijf dat templates vast mag leggen.
4. Een bedrijf dat domeinnamen vast mag leggen.

Dtelling: De kop of titel van de website staat in de footer.

1. Juist
2. Onjuist

Wat is een template?

1. Dit is een standaard webshop-ontwerp.
2. dit is een standaard tekenprogramma.
3. Dit is een standaard tekst voor op de webshop.
4. Dit is het standaard aanbod voor op de website.

Welk antwoord hoort bij een offline webshop builder?

1. Het programma is gratis.
2. Het programma staat op je computer.
3. Je hoeft hiervoor GEEN programmeertaal te kennen.
4. Je moet tijdens het werken verbonden zijn met de computer.

Met welk systeem beheert men de inhoud van een webshop?

1. SIDN
2. WWW
3. CMS
4. WIFI