What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Landstede Groep
‹
Return to search
Hoofdstuk 3. Waarnemen - Paragraaf 3.2 Zien
1 / 37
next
Slide 1:
Slide
Biologie
Middelbare school
vmbo t, mavo, havo
Leerjaar 1
This lesson contains
37 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
75 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Het oog
Slide 2 - Slide
Quizizz
Ga naar:
join.quizizz.com
Slide 3 - Slide
3.2 Zien
Leerdoelen:
Wat is de
pupilreflex
en hoe werkt het?
functie en werking
staafjes en kegeltjes.
Wat is
accommoderen
en hoe werkt het?
Wat is
nabijheidspunt
?
5. Je kan beschrijven wat
verziend
en
bijziend
inhoudt en welke oplossing daarbij hoort.
Slide 4 - Slide
Wat is de prikkel voor het oog?
Slide 5 - Open question
Waar in het oog worden van prikkels impulsen gemaakt?
A
In de lens
B
In het hoornvlies
C
In de pupil
D
In het netvlies
Slide 6 - Quiz
De lens in je oog zorgt voor
A
een kleurig beeld
B
een scherp beeld
C
het beschermen tegen stofjes
D
het afsluiten van je oog
Slide 7 - Quiz
Wat is de functie van de traanklieren?
A
Het oog warm te houden.
B
Zorgt dat je kunt huilen.
C
Zorgt ervoor dat het oog niet uitdroogt.
D
Zorgt ervoor dat je beter kunt zien.
Slide 8 - Quiz
Wat doet de pupil/wat is de functie van de pupil?
A
Regelt de hoeveelheid licht die in je oog komt.
B
Regelt dat je altijd scherp kunt zien.
C
Zorgt dat je kunt focussen.
D
Zorgt ervoor dat je kleuren kunt zien.
Slide 9 - Quiz
De pupil
A
is het gekleurde deel van het oog waar licht doorheen kan
B
is een gat in je oogbool (zwarte deel)waar het licht doorheen kan
Slide 10 - Quiz
Het vaatvlies
A
zorgt ervoor dat je oog voedingsstoffen en zuurstof krijgt
B
zorgt ervoor dat je een helder beeld kunt maken
C
geeft impulsen door aan je oogzenuw
D
zorgt ervoor dat je oog kan bewegen
Slide 11 - Quiz
3.2 Zien
Leerdoelen:
Wat is de
pupilreflex
en hoe werkt het?
functie en werking
staafjes en kegeltjes.
Wat is
accommoderen
en hoe werkt het?
Wat is
nabijheidspunt
?
5. Je kan beschrijven wat
verziend
en
bijziend
inhoudt en welke oplossing daarbij hoort.
Slide 12 - Slide
Pupilreflex
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Video
Veel licht:
-pupil klein
-kringspieren trekken samen
Weinig licht:
-pupil groot
- lengtespieren trekken samen
Slide 15 - Slide
3.2 Zien
Leerdoelen:
Wat is de
pupilreflex
en hoe werkt het?
functie en werking
staafjes en kegeltjes.
Wat is
accommoderen
en hoe werkt het?
Wat is
nabijheidspunt
?
5. Je kan beschrijven wat
verziend
en
bijziend
inhoudt en welke oplossing daarbij hoort.
Slide 16 - Slide
Harde oogvlies
Netvlies
gele vlek
Oogzenuw
Blinde vlek
Glasachtig lichaam
Vaatvlies
Oogspier
Lens
Hoornvlies
Iris
Slide 17 - Slide
Basisstof
Je weet waar de staafjes en de kegeltjes zich bevinden en wat dit betekent voor 'het zien'
Opstroomstof
Je weet waar de staafjes en de kegeltjes zich bevinden en wat dit betekent voor 'het zien'.
Je bestudeert de volgende slides. Je begrijpt en leert deze lesstof.
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
kegeltjes
-werken bij licht.
-kleuren en details.
-reageren op rood groen blauw
-liggen op en rond de gele vlek
staafjes
-werken bij weinig licht
-grijs zwart wit beelden
-staafjes liggen overal op netvlie behalve op gele vlek.
Slide 20 - Slide
Kleurenblind? Even testen!
https://www.kleurenblindheid.nl/kleuren/ishihara5.html
timer
3:00
Slide 21 - Slide
3.2 Zien
Leerdoelen:
Wat is de
pupilreflex
en hoe werkt het?
functie en werking
staafjes en kegeltjes.
Wat is
accommoderen
en hoe werkt het?
Wat is
nabijheidspunt
?
5. Je kan beschrijven wat
verziend
en
bijziend
inhoudt en welke oplossing daarbij hoort.
Slide 22 - Slide
Hoe kan je scherp zien?
Lens maakt het beeld scherp op je netvlies
Beeld is veel kleiner en op z'n kop
Hersenen vertalen het beeld
Je ziet nu ware grootte en rechtop
Slide 23 - Slide
Hoe kan je dichtbij en veraf scherp zien?
Scherp zien- door ooglens die boller en platter wordt
Lens kan van vorm veranderen, is elastisch
Bolle lens: dichtbij scherp
Platte lens: veraf scherp
Slide 24 - Slide
Bril nodig?
Verziend?
Dichtbij onscherp, bolle lens +
Bijziend?
Veraf onscherp, holle lens -
Slide 25 - Slide
Ezelsbruggetje!!
Ben je
Bijziend
kun je alles
dichtBij goed
zien
en in de verte niet!
Ben je
Verziend
kun je in de
Verte goed
zien
maar dichtbij niet!
Slide 26 - Slide
Planteneters
Planteneters hebben veel vijanden. De ogen zitten aan de zijkant van de kop.
Voordeel:
groot gezichtsveld
Slide 27 - Slide
Roofdieren
Roofdieren moeten op jacht.
De ogen zitten naast elkaar.
Voordeel:
Ze moeten diepte
kunnen zien om afstanden te
Kunnen schatten.
Slide 28 - Slide
Diepte zien
Slide 29 - Slide
Waardoor kun je scherp zien?
A
Doordat er een beeld op het netvlies ontstaat.
B
Doordat de vorm van het netvlies verandert.
C
Doordat het beeld op het netvlies wordt omgedraaid.
D
Doordat de bolvorm van de ooglens verandert.
Slide 30 - Quiz
WAT IS EEN BELANGRIJKE TAAK VAN DE LENS?
A
KLEUREN ZIEN
B
STEVIGHEID GEVEN AAN HET OOG
C
VOORWERPEN VERGROTEN
Slide 31 - Quiz
Wat gebeurt er bij accommoderen
A
Er vormt zich een beeld op het netvlies
B
Er stroomt lucht van de trommelholte naar de keelholte
C
De bolvorm van de ooglens verandert
D
Het beeld op het netvlies wordt omgedraaid.
Slide 32 - Quiz
Piet kan dichtbij goed zien, maar veraf niet. Is Piet bijziend of verziend?
Slide 33 - Open question
Kleuren kun je zien door
A
de staafjes in het vaatvlies
B
de staafjes in het netvlies
C
de kegeltjes in het netvlies
D
de kegeltjes in het vaatvlies
Slide 34 - Quiz
Aan het werk
Hoofdstuk 3. Organismen leven samen
Paragraaf 3.2 Zien
Maken opdracht 1 t/m 27
BEN JE KLAAR?
Samenvatten/begrippenlijst maken paragraaf 3.2
OF oefenen op www.biologiepagina.nl / Quizlet
timer
10:00
Slide 35 - Slide
accomoderen: het platter en boller worden van de lens.
Slide 36 - Slide
Even oefenen
http://biologiepagina.nl/Oefeningen/Lenzen/accommodatie.htm
Vind je het moeilijk? Pak
blz 71
in je tekstboek erbij!
timer
3:00
Slide 37 - Slide