Landstede Groep

Gerund

Gerund
 At the end of the lesson you can apply the rules of the Gerund! 
1 / 11
next
Slide 1: Slide
EngelsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Gerund
 At the end of the lesson you can apply the rules of the Gerund! 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat valt je op aan deze zinnen?
  • Smoking is forbidden in the barbershop.
  • I look forward to seeing you next week.
  • Could you start doing your homework? 
  • That dress isn't worth buying.
  • He started running.


Slide 2 - Slide

  • -ing staat achter sommige woorden
  • Vraag de leerlingen: Welk woord staat er voor? 
Gerund
Je gebruikt de '-ing vorm' als een soort zelfstandig naamwoord:

 1. Als het onderwerp van de zin.
Example: Biking in the mall is forbidden. 

2. Na voorzetsels. (kastwoorden)
Example: She's fond of cycling.

3. Na werkwoorden die zeggen hoe je iets vindt. (like, love, hate, enjoy, etc.)
Example: I love going to the movies. 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions


Thanks for inviting me to the party!
A
Onderwerp
B
Werkwoorden (die zeggen hoe je iets vindt)
C
Voorzetsels

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions


Smoking is forbidden in this school.
A
Onderwerp
B
Werkwoorden (die zeggen hoe je iets vindt)
C
Voorzetsels

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions


I enjoy spending time with you.
A
Onderwerp
B
Werkwoorden (die zeggen hoe je iets vindt)
C
Voorzetsels

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Gerund
Je gebruikt de '-ing vorm' ook als een soort zelfstandig naamwoord:

1. Na werkwoorden die 'begin', 'einde', of 'doorgaan' aangeven. (start, begin, finish, go on, etc.)
Example: Everybody had finished writing

2. Na een aantal andere werkwoorden. (delay, postpone, put off, imagine, consider, avoid, etc) 
Example: I put off learning vocabulary for a whole week.

3. Na een aantal uitdrukkingen. (it's no good, it's no use, it's worth, can't help, to be busy, etc)
Example: She can't help singing all day long. 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions


It's worth trying to sell it.
A
Werkwoorden (begin, einde, doorgaan)
B
Uitdrukkingen
C
Andere werkwoorden

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions


Everybody had finished speaking.
A
Werkwoorden (begin, einde, doorgaan)
B
Uitdrukkingen
C
Andere werkwoorden

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions


He put off seeing her.
A
Werkwoorden (begin, einde, doorgaan)
B
Uitdrukkingen
C
Andere werkwoorden

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Uitzondering
Na onderstaande werkwoorden kan je ook het hele werkwoord met 'to' gebruiken.
  1. Start
  2. Begin
  3. Continue 
  4. Like
  5. Love
  6. Hate
  7. Prefer

Bijvoorbeeld: I hate getting up early / I hate to get up early. (de betekenis is hetzelfde)

Slide 11 - Slide

This item has no instructions