Executieve functies: Flexibiliteit, draai aan je stuur

• Mentorles
• Studievaardigheden
• Middelbare school
• vmbo k, g, t, mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1-4

Draai aan je stuur

DE AUTOMETAFOOR – voor metacognitie is dit het stuur “draai aan je

stuur”. 

Met het stuur kun je van richting veranderen. Je stuurt bij als er een

hindernis op je pad komt. 

Quiz: Flexibiliteit

Waar denk JIJ aan bij
het woord flexibiliteit?

Flexibiliteit

= om kunnen gaan met 

veranderingen en tegenslag

Vind jij jezelf een beetje flexibel?

1. Ja!
2. Nee!
3. Soms, meestal wel
4. Soms, meestal niet

Hoe reageer jij wanneer er iets vervelends gebeurt?

1. Goed! Ik kan hier heel goed tegen
2. Vaak goed, ik kan hier best goed tegen
3. Soms goed, ik kan hier niet heel goed tegen
4. SLECHT!! ik kan hier helemaal niet tegen

Gedrag

= is datgene wat je doet onder invloed van jouw omgeving en ervaringen...

Bewust gedrag =

Je kiest ervoor om op een bepaalde manier te reageren op een situatie. 


Dit is
bewust gedrag

Onbewust gedrag =

In onze persoonlijkheid zit een groot deel waar wij ons niet bewust van zijn, maar wat wel invloed heeft op ons handelen.

Dit veroorzaakt 
onbewust gedrag

Bewust of Onbewust

Bewust

Onbewust

Je wilt stoer overkomen

Je wordt verdrietig door bepaalde muziek

Je vrienden dragen een bepaald merk waardoor jij deze kleding ook wil!

Om een beetje af te vallen ga je gezonder eten en wat vaker met de fiets

Je hoort iets wat je héél grappig vindt en schiet spontaan in de lach!

Wat betekent
'visualiseren'?

Visualiseren

Bij visualiseren doe je je ogen dicht en zie je de situatie voor je van een prestatie die je, ondanks de verandering, toch gaat leveren! 

Visualiseren helpt je bij flexibiliteit

Vragen

• Waarom zou flexibiliteit in de toekomst zo belangrijk zijn?
  
• Hoe zit dat bij jullie?
• Zijn jullie flexibel genoeg om bij te sturen als het even niet gaat zoals je had verwacht, of als iets niet lukt zoals je het in je hoofd had?
• Kunnen jullie je makkelijk aanpassen aan plannen of inbreng van anderen?
• Sturen jullie dan even bij of krijg je dan ruzie? 
• Kun je een moment naar boven halen waarop een situatie veranderde? Wat vond je daarvan? How reageerde je daar toen op?
• Kun je nu voor deze situatie een plan B bedenken hoe je zou reageren. Zou je dit plan B ook in andere
  

      situaties kunnen gebruiken?

• Wat denk/voel je als plannen veranderen of als een opdracht niet goed uitgevoerd is?