What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Landstede Groep
‹
Return to search
Werkwoorden Lowan Het Lichaam
poetsen
Ik poets de tanden.
pakken
Zij pakt de tas.
1 / 30
next
Slide 1:
Slide
NT2
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
This lesson contains
30 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
poetsen
Ik poets de tanden.
pakken
Zij pakt de tas.
Slide 1 - Slide
Werkwoorden
Lowan
Het Lichaam
Slide 2 - Slide
poetsen
ik poets
jij ?
hij ?
zij poetst
wij poetsen
jullie ?
zij ?
pakken
ik pak
jij ?
hij pakt
zij ?
wij pakken
jullie ?
zij ?
Slide 3 - Slide
komen
leren
Slide 4 - Slide
komen
ik kom
jij komt
hij ?
zij ?
wij ?
jullie komen
zij komen
leren
ik ?
jij leert
hij ?
zij leert
wij ?
jullie leren
zij leren
Slide 5 - Slide
praten
wijzen
Slide 6 - Slide
praten
ik praat
jij ?
hij praat
zij ?
wij praten
jullie ?
zij ?
wijzen
ik wijs
jij wijst
hij ?
zij ?
wij wijzen
jullie ?
zij ?
Slide 7 - Slide
kijken
zitten
Slide 8 - Slide
kijken
ik kijk
jij kijkt
hij ?
zij ?
wij ?
jullie kijken
zij ?
zitten
ik zit
jij zit
hij ?
zij ?
wij zitten
jullie ?
zij zitten
Slide 9 - Slide
horen
staan
Slide 10 - Slide
horen
ik hoor
jij hoort
hij ?
zij ?
wij ?
jullie horen
zij ?
staan
ik sta
jij staat
hij ?
zij ?
wij staan
jullie ?
zij staan
Slide 11 - Slide
Kies de goede woorden.
Sleep ze naar het goede vak.
Slide 12 - Slide
ik
hij
poets
pak
pakt
poetst
Slide 13 - Drag question
ik
jij
kijkt
wijst
kom
sta
Slide 14 - Drag question
wij
hij
horen
komen
staat
pakt
Slide 15 - Drag question
jij
jullie
wijzen
praten
zit
hoort
Slide 16 - Drag question
Kies A of B!
Slide 17 - Slide
ik
A
kijk
B
kijken
Slide 18 - Quiz
ik
A
zitten
B
zit
Slide 19 - Quiz
ik
A
poetst
B
poets
Slide 20 - Quiz
ik
A
leer
B
leren
Slide 21 - Quiz
jij
A
leert
B
leren
Slide 22 - Quiz
jij
A
hoor
B
hoort
Slide 23 - Quiz
jij
A
zit
B
zitten
Slide 24 - Quiz
wij
A
pakken
B
pak
Slide 25 - Quiz
wij
A
komt
B
komen
Slide 26 - Quiz
jullie
A
wijs
B
wijzen
Slide 27 - Quiz
jullie
A
praten
B
praat
Slide 28 - Quiz
Opdracht bij de spinner:
Noem de juiste vorm van het werkwoord!
Docent noemt:
ik of jij, hij, zij, wij, jullie, zij.
Slide 29 - Slide
Slide 30 - Slide