Je krijgt vaak een opgave in de vorm van een verhaaltje. Hieruit kun je alle informatie halen om de vraag op te lossen. Dat doe je in een aantal stappen.
Rechts staat een voorbeeld
Voorbeeld:
De vacht van een bepaalde hondensoort heeft twee varianten: zwart en wit. Zwart is dominant over wit. Twee heterozygote honden planten zich voort. Wat is de kans op een witte nakomeling?
Slide 3 - Slide
Stap 0 (niet verplicht)
Schrijf voor jezelf op een kladblaadje:
- om welke eigenschap het gaat
- welke variant dominant is
- welke variant recessief is
- welke opties in de genotypen er zijn
Eigenschap: vachtkleur
Dominant: zwart
Recessief: wit
Opties:
AA: zwart
Aa: zwart
aa: wit
De vacht van een bepaalde hondensoort heeft twee varianten: zwart en wit. Zwart is dominant over wit. Twee heterozygote honden planten zich voort. Wat is de kans op een witte nakomeling?
Slide 4 - Slide
Stap 1
Vul bij P de fenotypen en genotypen van het mannetje en het vrouwtje in.
Deze informatie haal je uit de tekst (en staat ook al op je kladblaadje)
Om dit op te kunnen lossen, moet je wel eerst de volgende begrippen heel goed kennen:
De vacht van een bepaalde hondensoort heeft twee varianten: zwart en wit. Zwart is dominant over wit. Twee heterozygote honden planten zich voort. Wat is de kans op een witte nakomeling?
Slide 5 - Slide
Stap 2
Vul bij P de gelachtscellen in.
Welke mogelijkheden zijn er voor de zaadcellen en eicellen?
- Bij AA heeft elke geslachtscel een A
- Bij aa heeft elke geslachtscel een a
- Bij Aa heeft de helft van de geslachtscellen een A en de andere helft een a
zwart zwart
Aa Aa
A of a A of a
De vacht van een bepaalde hondensoort heeft twee varianten: zwart en wit. Zwart is dominant over wit. Twee heterozygote honden planten zich voort. Wat is de kans op een witte nakomeling?
Slide 6 - Slide
Stap 3
Neem de geslachtscellen over in het kruisingsschema en vul de verschillende combinaties in.
Kijk steeds naar het vakje erboven voor de eicel en het vakje links ervan voor de zaadcel. Welke combinatie heeft de bevruchte eicel dan?
zwart zwart
Aa Aa
A of a A of a
A a
A AA Aa
a Aa aa
De vacht van een bepaalde hondensoort heeft twee varianten: zwart en wit. Zwart is dominant over wit. Twee heterozygote honden planten zich voort. Wat is de kans op een witte nakomeling?
Slide 7 - Slide
Stap 4
Schrijf van de nakomelingen (F1) de verschillende genotypen op. Zet hier ook de percentages bij.
0 van de 4 vakjes = 0 %
1 van de 4 vakjes = 25%
2 van de 4 vakjes = 50%
3 van de 4 vakjes = 75%
4 van de 4 vakjes = 100%
zwart zwart
Aa Aa
A of a A of a
A a
A AA Aa
a Aa aa
De vacht van een bepaalde hondensoort heeft twee varianten: zwart en wit. Zwart is dominant over wit. Twee heterozygote honden planten zich voort. Wat is de kans op een witte nakomeling?
AA: 25% Aa: 50% aa: 25%
Slide 8 - Slide
Stap 5
Schrijf van de nakomelingen (F1) de verschillende fenotypen op. Schrijf ook de percentages erachter.
In het geval van dit voorbeeld:
AA en Aa zijn zwart: 25 + 50 = 75%
aa is wit: 25%
zwart zwart
Aa Aa
A of a A of a
A a
A AA Aa
a Aa aa
De vacht van een bepaalde hondensoort heeft twee varianten: zwart en wit. Zwart is dominant over wit. Twee heterozygote honden planten zich voort. Wat is de kans op een witte nakomeling?
AA: 25% Aa: 50% aa: 25%
zwart: 75% wit: 25%
Slide 9 - Slide
Stap 6
Geef antwoord op de vraag
zwart zwart
Aa Aa
A of a A of a
A a
A AA Aa
a Aa aa
De vacht van een bepaalde hondensoort heeft twee varianten: zwart en wit. Zwart is dominant over wit. Twee heterozygote honden planten zich voort. Wat is de kans op een witte nakomeling?