What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Landstede Groep
‹
Return to search
H1.8 spelling (les 1)
Welkom!
Ga zitten volgens de plattegrond.
Leg alvast klaar:
je leerwerkboek op pagina 159
1 / 17
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 3
This lesson contains
17 slides
, with
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Welkom!
Ga zitten volgens de plattegrond.
Leg alvast klaar:
je leerwerkboek op pagina 159
Slide 1 - Slide
Planning
Huiswerk bespreken
Uitleg 1.8 spelling
Werkmoment
Afsluiten van de les
Slide 2 - Slide
Huiswerk bespreken
Test jezelf 1.7
Leerdoel A: samengestelde zin herkennen
Leerdoel B: hoofdzinnen en bijzinnen aanwijzen
Leerdoel C: voegwoorden herkennen en aanwijzen
=> kies morgen bij de flexles het juiste werkblad
Slide 3 - Slide
Huiswerk bespreken
Opdracht 10 op pagina 159 van 2.7 grammatica.
Alleen zin d is samengesteld, want.....
Onderwerp en lijdend voorwerp beginnen nooit met een .....
Bij een meewerkend voorwerp kun je aan/voor......
Slide 4 - Slide
Functies zin opdracht 10f
Persoonsvorm/wg : alle werkwoorden => doet iets
schrijft voor
Onderwerp
: wie of wat doet dat?
men
schrijft voor
Lijdend voorwerp
: wie of wat schrijft men voor?
men schrijft
de situatie
voor
Meewerkend voorwerp
: voor wie/wat aan wie/wat wordt het voorgeschreven
men schrijft de situatie voor
aan andere clubs
nu (wanneer schrijft men voor)
als speerpunt (hoe schrijft men voor)
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Leerdoelen 1.8 spelling
Je kunt de persoonsvorm tegenwoordige tijd goed spellen, ook in samengestelde zinnen.
Je kunt leestekens goed gebruiken.
Slide 7 - Slide
Weet je het nog?
Het spreekwoord ........... (luiden): na regen komt zonneschijn.
De conciërge .................... (houden) een oogje in het zeil.
Slide 8 - Slide
Allebei goed?
Maak in je leerwerkboek (p. 78) van 1.8 spelling:
3, 5 a t/m d, 6, 5f.
Kijk zelf na met het antwoordenboek op Magister.
Slide 9 - Slide
Herhalen werkwoordspelling tt (p.198)
De wolf (bevinden) zich nu niet in de buurt.
Is het de persoonsvorm?
Slide 10 - Slide
Herhalen werkwoordspelling tt (p.198)
De wolf (bevinden) zich nu niet in de buurt.
Is het de persoonsvorm?
Ja
Is het tegenwoordige tijd?
Slide 11 - Slide
Herhalen werkwoordspelling tt (p.198)
De wolf (bevinden) zich nu niet in de buurt.
Is het de persoonsvorm?
Ja
Is het tegenwoordige tijd?
Ja
Is het enkelvoud of meervoud?
Wat/wie is het onderwerp?
Slide 12 - Slide
Herhalen werkwoordspelling tt (p.198)
De wolf (bevinden) zich nu niet in de buurt.
Enkelvoud Meervoud
ik-vorm bij:
- ik
- je/jij
achter
de pv
ik-vorm +t bij:
- je/jij
voor
de pv
- hij/zij, het
Hele werkwoord
bij:
- wij, jullie, zij
Slide 13 - Slide
Instructie
Werk alleen, maak de opdrachten in je leerwerkboek.
Je kijkt zelf na met de studiewijzer in Magister.
Weet je iets niet?
Lees de theorie.
Overleg zachtjes met je buur.
Vraag het mij.
Slide 14 - Slide
Maken
Paragraaf 1.8
Maak 3, 5 a t/m d, 6, 5f.
Kijk goed na.
Klaar? Laat zien!
Slide 15 - Slide
Voorbeeld bij opdracht 5f
Het Afrikaanse gezegde ‘Je hebt een dorp nodig om een kind op te voeden’
betekent
HZ //
dat
een kind niet alleen
wordt
opgevoed door de ouders BZ.
Onderwerp HZ: Het Afrikaanse gezegde ‘Je hebt een dorp nodig om een kind op te voeden’
Onderwerp BZ: een kind
Slide 16 - Slide
Afsluiting
Huiswerk volgende les staat in Magister.
We gaan verder met paragraaf 1.8/ 2.8 spelling.
Slide 17 - Slide