What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Landstede Groep
‹
Return to search
8.3 Snelheid
Snelheid
1 / 14
next
Slide 1:
Slide
Natuurkunde
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 2
This lesson contains
14 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Snelheid
Slide 1 - Slide
In deze les leer je
Wat snelheid is
Hoe je kunt rekenen met tijd
Hoe je kunt rekenen met lengtematen
Hoe je gemiddelde snelheid berekent
Hoe je snelheid kunt meten.
Slide 2 - Slide
Wat is snelheid?
Hoe ver (afstand) een voorwerp is gekomen in een bepaalde tijd.
Hoe groter een snelheid is, hoe verder het voorwerp is gekomen in dezelfde tijd.
Slide 3 - Slide
Hoe reken je met tijd?
Als je wilt rekenen met tijd moet je weten welke eenheid het beste past.
Je meet in uren, minuten of seconden
1 uur heeft 60 minuten
1 minuut heeft 60 seconden
1 uur heeft dus 3600 seconden
Slide 4 - Slide
Omrekenen
minuten naar seconden: aantal minuten keer 60
seconden naar minuten: aantal seconden gedeeld door 60 minuten naar uren: aantal minuten gedeeld door 60.
Let op: 45 minuten is dus 0,75 uur!
Slide 5 - Slide
Rekenen met lengtematen
v
van meter naar kilometer is dus : 1000.
van kilometer naar meter is x1000
Slide 6 - Slide
gemiddelde snelheid
Als je wilt uitrekenen hoe lang je over een afstand moet doen, bereken je de gemiddelde snelheid. Dit bereken je of in
kilometer per uur of meter per seconde,
Snelheid omrekenen:
Slide 7 - Slide
Wat betekent gemiddelde snelheid?
A
Dat het de werkelijke snelheid is op het moment zelf.
B
Een snelheid die is berekend over een bepaalde afstand en tijd.
C
De snelheid die je hebt op het midden van de afstand
Slide 8 - Quiz
Formule gemiddelde snelheid
v
g
e
m
=
t
s
v gem = gemiddelde snelheid in m/s of km/h
s = afstand m of km
t = tijd in s of h
Slide 9 - Slide
Wat is de juiste natuurkundige eenheid van snelheid?
A
km/s
B
m/u
C
m/s
D
km/u
Slide 10 - Quiz
wat is de formule om de gemiddelde snelheid te berekenen
A
gemiddelde snelheid= tijd x afstand
B
gemiddelde snelheid= snelheid : afstand
C
gemiddelde snelheid = afstand: tijd
D
gemiddelde snelheid= snelheid:tijd
Slide 11 - Quiz
Wanneer je snelheden wilt omrekenen gebruik je het getal 3,6. Sleep de getallen op de juiste plek.
Km/h
m/s
108
20
14.4
12.6
35
mogelijke antwoorden
25
5
18
1.8
3
72
4
126
3,5
30
Slide 12 - Drag question
Snelheid meten
Dit wordt gebruikt bij sportwedstrijden of bij een flitspaal.
Bij sportwedstrijden staat de afstand vast en meten ze de tijd met een stopwatch.
Bij een flitspaal werkt het met radar. Die kaatst terug van de auto. Een computer berekent de snelheid
Slide 13 - Slide
Je mag werken aan je opdrachten in je boek!
Slide 14 - Slide