Landstede Groep

Les 3 Koolstofkringloop

Bespreken
Op de volgende dia's maak je een paar foto's die we in de les kunnen bespreken. Daarnaast lever je wat je geschreven hebt in via teams (opdracht moet ik nog aanmaken)
1 / 27
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Bespreken
Op de volgende dia's maak je een paar foto's die we in de les kunnen bespreken. Daarnaast lever je wat je geschreven hebt in via teams (opdracht moet ik nog aanmaken)

Slide 1 - Slide

Maak een foto van jouw voedselkringloop

Slide 2 - Open question

Maak een foto van een tolerantiecurve voor jouw organisme

Slide 3 - Open question

Maak een foto van de gemaakt huiswerkopgaven

Slide 4 - Open question

Stel hier je vragen over habitat, niche en kringlopen

Slide 5 - Open question

Doel
Na deze les kun je vanuit de beargumenteren welke type bodem je gaat gebruiken in je ecosysteem

Na deze les kun je nadenken over hou je je ecosysteem CO2- neutraal, of zelfs negatief kunt maken.

begrippen: (an)organisch, koolstof, fotosynthese, verbranding, afbraak, zuurstof, 

Slide 6 - Slide

Organisch of Anorganisch?

Slide 7 - Slide

Organisch en anorganisch
  • Anorganische stoffen: moleculen met één of nul C-atomen (H2O, CO2, mineralen)
  • Organische stoffen: moleculen met twee of meer C-atomen (koolhydraten, eiwitten, vetten)

Slide 8 - Slide

Organisch of anorganisch
Gemaakt door een organisme? -> organisch
Voorbeelden: koolhydraten (suikers), eiwitten, vetten

Anorganisch? -> niet gemaakt door organisme
Voorbeelden: mineralen, water

Let op!: Organismen kunnen wel anorganische stoffen nodig hebben of bevatten. (Spinazie bevat veel ijzer)

Slide 9 - Slide

Welke van onderstaande antwoorden hebben betrekking op
anorganische stoffen?
A
Ze bestaan alleen uit C/H/O-atomen
B
Ze komen uit de levenloze natuur
C
Het zijn relatief grote moleculen
D
CO2 is een organisch molecuul

Slide 10 - Quiz

Koolstofkringloop

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Wat gebeurd er bij pijl 4?
A
fotosynthese
B
verbranding
C
dode resten worden verteerd

Slide 13 - Quiz

Wat gebeurd er bij pijl 7?
A
fotosynthese
B
verbranding
C
dode resten worden verteerd

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Slide

b

Slide 16 - Slide

Wat is het verschil tussen water-ecosystemen en landecosystemen met betrekking tot de hoeveelheid organische stof die je in de bodem wil?

Slide 17 - Open question

Slide 18 - Video

Zonnedauw groeit op hele arme, zure grond goed. Welke grond gebruik je?
A
Klei/Leem
B
Zand
C
Bosgrond
D
Veengrond

Slide 19 - Quiz

stoffen binden
bekijk het volgende filmpje voor nog een bijzondere eigenschap van koolstof (norit).


Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Hoe meer organische stof
hoe beter de bodem water vast houdt
hoe langer de bodem voedingstoffen af kan geven
hoe diverser het bodemleven
hoe luchtiger de bodem

de bodem kan in natte omstandigheden ook verzuren

Slide 22 - Slide

Een cactus heeft zuurstofrijke, luchtige grond nodig. Overleeft deze in veengrond? Verklaar.

Slide 23 - Open question

Benoem nog een keer je soort+ecosysteem en beredeneer wat voor soort bodem je gaat gebruiken

Slide 24 - Open question

Maak een lijst van componenten die CO2 opleveren, en die CO2 opnemen in jouw systeem.

Slide 25 - Open question

Als er meer biomassa (gewicht aan organismen) bijkomt in je systeem dan reducenten kunnen afbreken dan is je systeem klimaatneutraal of beter.
Verklaar dit, en geef aan of dit in jouw systeem gaat gebeuren, of hoe je dat zou kunnen meten.

Slide 26 - Open question

huiswerk
14.5 lees "hoe verminder je het broeikaseffect" en maak 
vraag 8 t/m 13

14.3 lees "waarom is koolstofdioxide een probleem?" en maak vraag 14 t/m 20

verbeter je voedselkringloop en optimumcurve

Slide 27 - Slide