'Nihil est, Glaucia, quod metuas.' (97, r. 3-4) Waarom hoeft Glaucia niet te vrezen?
A
Omdat Cicero Glaucia niet verdenkt
B
Omdat Cicero geen bewijs tegen Glaucia zegt te hebben
C
Omdat het Cicero er niet om gaat wie de moord gepleegd heeft
D
Omdat Cicero in Glaucia juist een medestander ziet