Categories of tone:
Altruistic: Niet egoïstisch, onzelfzuchtig, belangeloos
Ambiguous: Dubbelzinnig
Bitter: Feeling hurt and vengeful .
Catatonic: Compleet in shock, niet meer kunnen bewegen en nadenken
Critical Questioning things presented. Judging severely and finding fault. Critical thinking is sceptical without being cynical.
Complacent: Zelfvoldaan, zelfingenomen, zelfgenoegzaam.
Condescending: Neerbuigend (iemand voelt zich superieur tov een ander).
Contemptuous: Minachtend (iemand voelt minachting voor een ander).
Cynical: Believing the worst of people. Distrustful of human sincerity or integrity.
Decadent: Ontaard, verworden, ‘slap geworden door te veel luxe’ (Interglot)
Defensive: Defensieve, verdedigende houding (iemand voelt zich aangevallen en heeft de behoefte zich te verdedigen/ te verantwoorden).
Derogatory: Minachtend, uit de hoogte, kleinerend
Disappointed: Teleurgesteld.
Dismissive: Afwijzend, verwerpend als onbeduidend
Neutral: Neutraal, objectief. Zonder enige toon. Zonder toevoegingen.
Matter-of-fact: Neutraal, objectief. De schrijver presenteert gewoon de feiten.
Mocking Spottend