Antwoorden
- Verkondiging van het Koninkrijk van God: Jezus predikte de komst van het Koninkrijk van God, waarbij hij benadrukte dat het Koninkrijk nabij was en opriep tot bekering en geloof. Hij onderwees over de waarden en principes van dit Koninkrijk, zoals liefde, gerechtigheid, barmhartigheid, en nederigheid.
Verlossing van de Mensheid: Jezus kwam volgens de christelijke leer om de mensheid te redden van zonde en de gevolgen daarvan. Door zijn dood aan het kruis en zijn opstanding, bood hij vergeving van zonden en de mogelijkheid van eeuwig leven aan allen die in hem geloven. Zijn offer werd gezien als een vervulling van de profetieën van het Oude Testament over de Messias.
Onderwijs en Leiderschap: Jezus onderwees zijn volgelingen (en de menigten die hem volgden) door middel van parabels, directe leringen, en voorbeeldig gedrag. Hij leerde over liefde voor God en de naaste, vergeving, rechtvaardigheid, en de morele en spirituele waarden die in het Koninkrijk van God centraal staan.
Genezing en Wonderen: Tijdens zijn bediening verrichtte Jezus vele wonderen en genezingen. Deze handelingen dienden om het mededogen van God te tonen, het geloof van mensen te versterken, en zijn goddelijke autoriteit te bevestigen.
Vervulling van de Wet en de Profeten: Jezus verklaarde dat hij niet kwam om de Wet of de Profeten af te schaffen, maar om ze te vervullen. Dit hield in dat hij de diepere betekenis van de wet aan het licht bracht en voltooide wat door de profeten was voorspeld over de Messias.
Stichting van de Kerk: Jezus koos twaalf discipelen die hij opleidde en onderwees om zijn werk voort te zetten na zijn hemelvaart. Hij gaf hen de opdracht om zijn leer te verspreiden over de hele wereld, wat de basis vormde voor de oprichting van de christelijke kerk.
- Deze missie wordt samengevat in enkele kernverzen zoals Johannes 3:16: "Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder die in hem gelooft, niet verloren gaat maar eeuwig leven heeft," en in de Grote Opdracht in Matteüs 28:19-20: "Ga dan heen, onderwijs al de volken, hen dopende in de naam van de Vader, en de Zoon, en de Heilige Geest; lerende hen alles wat ik u geboden heb, te onderhouden."
- Jezus maakte zich tijdens zijn aardse leven boos om verschillende zaken die hij onrechtvaardig en schadelijk vond. Enkele van de belangrijkste redenen waarom Jezus boos werd, zoals vermeld in de evangeliën, zijn:
Huichelarij van Religieuze Leiders: Jezus was vaak boos op de religieuze leiders van zijn tijd, zoals de Farizeeën en Schriftgeleerden, vanwege hun huichelarij. Ze legden zware lasten op de mensen en hielden zich strikt aan de letter van de wet, terwijl ze de geest van de wet negeerden, zoals rechtvaardigheid, barmhartigheid en trouw. Hij noemde hen "witgepleisterde graven" omdat ze van buiten schoon leken, maar van binnen vol onrecht en schijnheiligheid waren (Matteüs 23:27).
Verontreiniging van de Tempel: Een van de meest bekende incidenten van Jezus' woede was de reiniging van de tempel. Hij was woedend toen hij zag dat de tempel, een plaats van gebed, was veranderd in een marktplaats waar handelaren en geldwisselaars de mensen uitbuitten. Hij keerde de tafels om van de geldwisselaars en riep uit: "Mijn huis zal een huis van gebed genoemd worden, maar gij maakt het tot een rovershol" (Matteüs 21:12-13, Johannes 2:13-16).
Onrecht en Uitbuiting: Jezus had een diepgaande afkeer van onrecht en uitbuiting van de zwakken en kwetsbaren. Hij bekritiseerde degenen die weduwen en armen uitbuitten en waarschuwde voor de veroordeling die hen te wachten stond (Markus 12:38-40).
Gebrek aan Geloof en Hardheid van Hart: Jezus werd soms boos vanwege het gebrek aan geloof en de hardheid van hart bij de mensen, vooral bij zijn discipelen. Een voorbeeld hiervan is toen zijn discipelen niet in staat waren een demon uit te drijven en Jezus uitriep: "O ongelovig en verdraaid geslacht, hoelang zal ik nog bij u zijn? Hoelang zal ik u nog verdragen?" (Matteüs 17:17).
Misbruik van Macht: Jezus verafschuwde het misbruik van macht door degenen die anderen onderdrukten en onrechtvaardig behandelden. Hij onderwees dat ware grootheid in het dienen van anderen lag, niet in het heersen over hen (Matteüs 20:25-28).
In al deze gevallen was Jezus' woede gericht op het bevorderen van gerechtigheid, barmhartigheid en waarheid, en het verdedigen van de onderdrukten en verdrukten tegen corruptie en uitbuiting. Zijn woede was altijd gekoppeld aan een diep gevoel van rechtvaardigheid en compassie voor degenen die leden onder onrecht.
3. Jezus toonde bijzondere zorg en aandacht voor verschillende groepen mensen tijdens zijn aardse bediening. Zijn omgang met deze mensen weerspiegelt zijn missie om liefde, barmhartigheid en rechtvaardigheid te brengen.
De Armen en Nederigen:
Waarom: Jezus zag hen als waardevolle leden van het Koninkrijk van God en benadrukte hun belang in zijn leringen. Hij zei: "Zalig zijn de armen van geest, want hunner is het Koninkrijk der hemelen" (Matteüs 5:3).
Voorbeeld: In de Bergrede sprak hij rechtstreeks tot de armen en bood hen hoop en zegeningen.
Zieken en Gebrekkigen:
Waarom: Jezus had medelijden met hen en zag hun lijden als iets dat verlicht moest worden. Zijn genezingen demonstreerden de nabijheid van het Koninkrijk van God en zijn macht over ziekte.
Voorbeeld: Hij genas talloze zieken, blinden, lammen en melaatsen, zoals de genezing van de blinde Bartimeüs (Marcus 10:46-52) en de tien melaatsen (Lukas 17:11-19).
Zondaars en Tollenaren:
Waarom: Jezus wilde laten zien dat iedereen, ongeacht hun verleden, vergeving en verlossing kan ontvangen. Hij benadrukte de noodzaak van bekering en toonde Gods liefde voor allen.
Voorbeeld: Hij at met tollenaars en zondaars zoals Matteüs en Zacheüs, waardoor hij hen accepteerde en hun leven veranderde (Matteüs 9:9-13, Lukas 19:1-10).
Vrouwen:
Waarom: In een cultuur waar vrouwen vaak gemarginaliseerd werden, toonde Jezus hen respect en eer, en gaf hen een prominente plaats in zijn bediening.
Voorbeeld: Hij sprak met de Samaritaanse vrouw bij de bron (Johannes 4:1-26), en genas vrouwen zoals de bloedvloeiende vrouw (Marcus 5:25-34) en de dochter van Jaïrus (Marcus 5:21-43).
Kinderen:
Waarom: Jezus waardeerde hun onschuld en eenvoud, en gebruikte hen als voorbeelden van hoe het Koninkrijk van God moet worden ontvangen.
Voorbeeld: Hij zei: "Laat de kinderen tot Mij komen, en verhindert ze niet, want voor zodanigen is het Koninkrijk van God" (Markus 10:14).
Uitsgestotenen en Marginalen:
Waarom: Jezus brak door sociale en culturele barrières om hen te bereiken en te genezen, demonstrerend dat Gods liefde en genade universeel zijn.
Voorbeeld: Hij genas melaatsen (Lukas 17:11-19) en sprak met Samaritanen, zoals de Samaritaanse vrouw (Johannes 4:1-26).