Landstede Groep

A3 - Opdracht over gedrag

OPDRACHT
GEDRAGSONDERZOEK
(huis) dieren

1 / 13
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with text slides.

Items in this lesson

OPDRACHT
GEDRAGSONDERZOEK
(huis) dieren

Slide 1 - Slide

Stap 1 - Verzamel info
  • Afdeling en klasse
  • Verzamel info over het dier (leefwijze, soort voedsel etc.)
  • Ga na wat er bekend is over het gedrag van het dier.
  • Gebruik foto’s of afbeeldingen van het dier 

Slide 2 - Slide

Stap 2 - Beschrijf gedrag
  • Bestudeer de (voort)beweging van het dier 
  • Bekijk gedurende 5 minuten zo nauwkeurig mogelijk het dier. Zet alle gedragingen in een ethogram

            https://www.youtube.com/watch?v=pNAwVoa1HvI



Slide 3 - Slide

Stap 3 - Onderzoeksvraag
  • Bedenk een relevante onderzoeksvraag. 

Hoe reageert het proefdier ... op een lichtbron/spiegel?
Welke speeltjes hebben de voorkeur van het dier?
Hoe reageert het dier op nieuwe prikkels? (Onbekend individu/speeltje)

Licht en donker, bepaald tijdstip op de dag, bepaalde prikkel (speeltje, voedsel etc), 

Slide 4 - Slide

Stap 4 - Hypothese
  • Ontwerp een hypothese
  • Zet je hypothese samen met je vraag in de inleiding.

Mijn konijn reageert niet op de lichtbron.
Mijn hond vindt het nieuwe speeltje leuker.
Mijn hond leert het truckje sneller als ik hem beloon met eten. 

Slide 5 - Slide

Stap 5 - Uitvoering
  • Voer het onderzoek uit.
  • Wanneer je bijvoorbeeld het dier thuis een nieuw speeltje geeft, kijk dan eerst hoe vaak het dier de handelingen laat zien zonder speeltje en daarna met speeltje.
  • Maak een protocol


Slide 6 - Slide

Protocol
Lopen (lo)
Rollen (ro)
Stilstaan (st)
Tijd
1
2
3
4
5
0-10
10-20
20-30
30-40
40-50
50-60

Slide 7 - Slide

Protocol
Lopen (lo)
Rollen (ro)
Stilstaan (st)
Tijd
1
2
3
4
5
0-10
lo, ro
lo
10-20
ro
lo, ro
20-30
st
lo
30-40
lo
ro, st
40-50
lo
ro
50-60
st
ro

Slide 8 - Slide

Stap 6 - Verwerking
  • Verwerk je resultaten (ethogram, protocol, diagram)

Slide 9 - Slide

Stap 6 - Verwerking
Vraagstelling: Is mijn hond actiever op de oever of in het water?
Hypothese: Mijn hond is actiever in het water

Slide 10 - Slide

Stap 6 - Verwerking

Slide 11 - Slide

Stap 7 - Conclusie
  • Kun je het gedrag verklaren? Waarom laat het dier de handelingen vaker zien?
  • Is de hypothese juist?
  • Gebruik de resultaten om te “bewijzen” dat je hypothese juist is of onjuist.

Slide 12 - Slide

Stap 8 - Verslag
Zie opdrachtomgeschrijving

Slide 13 - Slide