This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Paragraaf 1.1
Regens
- je kan 3 soorten regens uitleggen en verklaren
Slide 1 - Slide
Bij verdamping zorgt een toenemende temperatuur er voor dat de waterdruppeltjes water damp worden en in de lucht gaan zitten. Deze stijgen met warme lucht omhoog
Bij condenseren koelt de opgestegen lucht af. Bij het afkoelen word de waterdamp weer druppels. Als deze zwaar genoeg zijn vallen ze naar beneden.
Slide 2 - Slide
Evenaar
Stijgingsregens
- Water verdampt
- Water zit als waterdamp in warme lucht
- Warme lucht met waterdamp stijgt
- Warme lucht koelt af want de lucht zit hoger
(hoe hoger hoe kouder)
- De waterdamp condenseert en worden druppels
- De druppels vallen naar beneden als regen
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
- Warme lucht komt bij een berg
- Door de wind word de lucht omhoog geduwd.
- hoe hoger hoe kouder dus de lucht koelt af.
- het vocht condenseert en komt als regen naar beneden aan de ene kant van de berg (de Loefzijde).
- als de lucht over de berg heen is is de lucht droog en zit er geen vocht meer in. aan deze kant van de berg regent het niet.
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Warme lucht is lichter dan koude lucht.
Warme lucht komt dus boven op de koude lucht te liggen
Dan moet het wel eerst omhoog
Daar koelt het af. Condenseert de waterdamp en krijg je regen
Frontale Regens
Slide 7 - Slide
Stijgingsregen vind je alleen rond de evenaar
A
Juist
B
Onjuist
Slide 8 - Quiz
Koude lucht wil boven op warme lucht liggen
A
Juist
B
Onjuist
Slide 9 - Quiz
Welke kant van de berg is nat?
A
De loefzijde
B
De Lijzijde
Slide 10 - Quiz
Einde uitleg
Maak opdracht 1, 5 en 6 van paragraaf 1.1 op blz 6 en 7 in je werkboek.