Landstede Groep

extra oefenen lezen H2 en H3

extra oefenen
doel: ik weet waar de verwijswoorden naar verwijzen
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

extra oefenen
doel: ik weet waar de verwijswoorden naar verwijzen

Slide 1 - Slide

1.Het was vervelend dat ik in mijn vakantie kiespijn kreeg.
het verwijst naar :

Slide 2 - Open question

2. Die generatie wil dat er meer met haar wensen rekening wordt gehouden.
haar verwijst naar

Slide 3 - Open question

3. Het eerste elftal behaalde gisteren zijn derde overwinning op een rij.
zijn verwijst naar

Slide 4 - Open question

4. De toneelvereniging zal haar voorstelling dit jaar in de Poorterij geven.
haar verwijst naar

Slide 5 - Open question

5. Het gemeentebestuur heeft zijn werknemers loonsverhoging beloofd.
zijn verwijst naar

Slide 6 - Open question

oefenen
Doel: Ik kan meningen of feiten herkennen

Slide 7 - Slide

Is deze uitspraak een feit of mening?
1. Wat een prachtig doelpunt!
A
feit
B
mening

Slide 8 - Quiz

Is deze uitspraak een feit of mening, zet er bij waarom je dat denkt.
2. Ik denk dat ik alles juist heb.

Slide 9 - Open question

Is deze uitspraak een feit of mening, zet er bij waarom je dat denkt.
3. Strips lezen is tijdverlies.

Slide 10 - Open question

Is deze uitspraak een feit of mening, zet er bij waarom je dat denkt.
4. Koning Filip is getrouwd met Mathilde.

Slide 11 - Open question

Is deze uitspraak een feit of mening, zet er bij waarom je dat denkt.
5. Onze meester is de beste van de hele school.

Slide 12 - Open question

oefenen
doel:
Ik kan de hoofdgedachte uit een tekst halen.

Slide 13 - Slide

Wat is de hoofdgedachte in deze tekst?

Slide 14 - Slide

Wat is de hoofdgedachte in deze tekst?

Slide 15 - Open question

Slide 16 - Slide

Wat is de hoofdgedachte in deze tekst?

Slide 17 - Open question

dit was het voor nu

Slide 18 - Slide

volgende keer:
oefenen we signaalwoorden
en tekstsoorten

Slide 19 - Slide