Landstede Groep

2TL hoofdstuk 2 afsluiting

A
Afsluiting
Hfd. 2
1 / 24
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

A
Afsluiting
Hfd. 2

Slide 1 - Slide

Herkansing Hoofdstuk 1
- De herkansing van hoofdstuk is op 16 december.
- Dit is nog niet 100% zeker. 
- Ik zal het jullie laten weten via een bericht. 


Vanwege jullie goede werkhouding en gedrag kan deze sowieso worden herkanst. 

Slide 2 - Slide

Hoe goed is er al geleerd voor het proefwerk van volgende week?
A
Niks
B
Mwahh
C
Redelijk
D
Goed

Slide 3 - Quiz

Quizzzzz
Begrijp ik de lesstof, begrippen en de leerdoelen al? 
Door middel van deze quiz kun je zien hoe goed je de stof al kent. Als de quiz tegen valt, weet je dus dat je nog genoeg te doen hebt. 

Bereid je daarom goed voor!!

Slide 4 - Slide

1. Wat is de hoofdstad van de Verenigde Staten?
A
Chicago
B
New York
C
Los Angeles
D
Washington

Slide 5 - Quiz

Welke vorm landbouw zien we op de foto?
A
Extensieve veeteelt
B
Intensieve veeteelt
C
Akkerbouw
D
Tuinbouw

Slide 6 - Quiz

Als we het hebben over een 'landklimaat' waar spreken we dan over?
A
Klimaat met warme zomers en koude winters. Neerslag valt in alle seizoenen.
B
Droog klimaat waar een paar maanden per jaar wat neerslag valt.
C
Klimaat met koele zomers en zachte winters en het hele jaar door neerslag.
D
Klimaat met droge, warme zomers en zachte, natte winters

Slide 7 - Quiz

In welk gebied van de Verenigde Staten maakt men gebruik van irrigatie?
A
Centrale laagvlakte
B
Kustvlakte
C
Great Plains
D
Great Basin

Slide 8 - Quiz

Langs de westkust van Amerika vind je hoge bergen. De regenschaduw vind je aan de oostkant van de bergen. Dit noemen we ook wel de ..........
A
Loefzijde
B
Lijzijde

Slide 9 - Quiz

De Verenigde Staten exporteren meer producten dan dat ze producten importeren.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Bekijk de foto.
Hier spreken we over .........?
A
Intensieve veeteelt
B
Extensieve veeteelt
C
Arbeidsintensief
D
Kapitaalintensief

Slide 11 - Quiz

De mensen die in cafés, winkels en restaurants werken, werken in de ........ sector?
A
Secundaire
B
Primaire
C
Economische
D
Tertiaire

Slide 12 - Quiz

Welke mensen in zijn voornamelijk landarbeider in de VS?
A
Amerikanen
B
Hispanics
C
Aglo-Amerikanen
D
Aziaten

Slide 13 - Quiz

Welke producten zijn gemaakt in de voedselverwerkende industrie?
A
Zuivel
B
Suikerriet en suikerbiet
C
Fruit en noten
D
Veevoer

Slide 14 - Quiz

Waarom importeert een groot land als de VS ook voedsel, terwijl ze zelf genoeg verbouwen en oogsten. Welke factoren spelen hierbij een rol?
A
Klimaat
B
Cultuur
C
Aantal mensen
D
Neerslag

Slide 15 - Quiz

De hoeveelheid voedsel kun je meten in ..........?
A
Energie
B
Voedingstoffen
C
Verzadigd eten
D
Calorieën

Slide 16 - Quiz

Wat geeft de voedingswaarde weer?
A
Informatie over producten, diensten, geld en informatie
B
Informatie over de hoeveelheid en de soort voedingsstoffen in ons voedsel
C
Informatie over hoeveel je moet bewegen om het aantal calorieën te verminderen.
D
Informatie over de hoeveelheid energie een product oplevert en over hoeveel energie mensen nodig zijn.

Slide 17 - Quiz

Waarom zitten fastfoodrestaurants vaak in armere wijken bij elkaar in de VS?
A
Zorgt voor meer aantrek van klanten
B
Kunnen ze gemakkelijk producten aan elkaar doorverkopen.
C
Arme mensen hebben minder geld te besteden en dit voedsel is relatief duurder.
D
Arme mensen hebben relatief weinig geld te besteden en dit voedsel is relatief goedkoper en ze kunnen er lopend naar toe.

Slide 18 - Quiz

Wat is de gemiddelde levensverwachting van mensen in Nederland?
A
85
B
80
C
75
D
70

Slide 19 - Quiz

Waarom hebben wij in Nederland minder overgewicht dan in de Verenigde Staten
A
In Amerika neemt men het openbaar vervoer en in Nederland niet.
B
Het reliëf is relatief laag
C
Infrastructuur is beter ingericht
D
Er zijn minder fastfoodrestaurants

Slide 20 - Quiz

Wat is duurzaam voedsel?
A
Als voedsel over lange afstanden vervoerd moet worden, wat veel energie kost.
B
Als voedsel zo geproduceerd wordt dat de gevolgen voor mensen dieren en de omgeving zo klein mogelijk zijn.
C
Voedsel dat verbouwd wordt aan de hand van bestrijdingsmiddelen.
D
Voedsel dat geconsumeerd wordt en verpakt in plastic.

Slide 21 - Quiz

Wat is onzichtbaar watergebruik?
A
Een krop sla wassen
B
Tanden poetsen
C
Kan koffie zetten
D
Je huis verwarmen

Slide 22 - Quiz

Binnen welk klimaat zal er veel waterstress aanwezig zijn en komt er veel irrigatie voor?
A
Steppeklimaat
B
Zeeklimaat
C
Landklimaat
D
Middellands Zeeklimaat

Slide 23 - Quiz

Hoe goed ken je de stof. Moet je er nog veel voor doen?
A
Goed
B
Redelijk
C
Mwahh
D
Moet aan de bak!!!!

Slide 24 - Quiz