Tel tot 7 beweging:
Een leerling begint en zegt β1β. De volgende β2β. Zo wordt doorgeteld t/m 7.
Bij tellen hoort steeds een gebaar:
1 t/m 6: klop op een van je schouders.
7: hand boven je hoofd.
De telrichting (degene die aan de beurt is) wordt bepaald door de hand waarmee je het gebaar maakt (linker hand of rechter hand).
Variatie:
Als het goed gaat kun je ook bij 3 een ander gebaar geven.
Gaat dit ook goed dan ook bij 5 etc.