Landstede Groep

9.3 Schakelen met een relais

9.3 Schakelen met een relais
1 / 55
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 55 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

9.3 Schakelen met een relais

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

9.3 Schakelen met een relais
  • Je kunt de delen van een automatische schakeling beschrijven. 
  • Je kunt de werking van een reed-contact uitleggen. 
  • Je kunt de werking van een relais uitleggen. 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

Lees Blz. 33
Daarna filmpje van volgende dia.

Slide 5 - Video

lezen blz.34
9.3 Schakelen met een relais

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

6.3 Het relais
De werking van een relais.
anker

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

6.3 Het relais
De werking van een relais.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

6.3 Het relais
De werking van een relais.
LDR

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Bereken de vervangingsweerstand van 3 weerstanden in serie.
R1 = 24 ohm, R2 = 12 ohm en R3 = 64 ohm
A
32 ohm
B
100 ohm
C
19008 ohm
D
90 ohm

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Welke weerstand is lichtgevoelig?
A
NTC
B
LDR
C
LED
D
Lampje

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Wat gebeurt er met de NTC als de temperatuur lager wordt?
A
Niets
B
De weerstand wordt kleiner
C
De weerstand wordt groter
D
De weerstand wordt 0

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een diode?
A
Een soort lampje
B
Een weerstand
C
een elektronisch onderdeel dat de stroom maar één richting doorlaat
D
Een stroombron

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de eenheid van de weerstand?
A
Volt
B
Ohm
C
Ampère
D
Watt

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Met welke formule bereken je de weerstand?
A
R = U : I
B
R = U x I
C
R = I : U
D
R = P : U

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de functie van het relais?
A
Het relais meet de spanning
B
Het relais werkt als spanningsdeler
C
Het relais meet de stroomsterkte
D
Het relais werkt als schakelaar

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een voordeel van een relais?
A
Detecteren of een schakeling geopend of gesloten is.
B
De stroomrichting één kant op laten gaan.
C
Een grote stroomkring activeren met een kleine stroom.
D
De spanning verlagen tot een veilig niveau.

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

In een schakeling is een relais opgenomen als schakelaar.
Door welk onderdeel wordt het relais bediend?

A
door het anker
B
door het breekcontact
C
door de elektromagneet
D
door de spoel

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Wat is er nodig om een reedcontact te sluiten of te openen?
A
Stroom bij de basis
B
Magneet
C
Spoel
D
schakelaar

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

9.3 Schakelen met een relais
Aan de slag!
Maak 9.3 opdr. 1 t/m 7 + 8 (p. 37-44)


Slide 22 - Slide

This item has no instructions

9.4 Elektronische schakelingen

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Transistor

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Transistor
- Het symbool

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Von Stefan Riepl (Quark48 21:02, 2. Dez. 2007 (CET)) - Eigenes Werk (Originaltext: selbst erstellt), CC BY-SA 2.0 de, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=12557861
Von Stefan Riepl (Quark48 21:02, 2. Dez. 2007 (CET)) - Eigenes Werk (Originaltext: selbst erstellt), CC BY-SA 2.0 de, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=12557861

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Werking transistor

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Transistor
Transistor heeft 3 aansluitpunten:

Basis
Collector
Emitter

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

condensator

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Slide 32 - Video

This item has no instructions

Een schakeling met condensator
Als je de schakelaar
sluit laadt de condensator op. Als je hem opent blijft de lamp branden op de stroom van de condensator.

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Een schakelaar met condensator uitleggen

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Wat is het symbool van de weerstand?
A
U
B
I
C
R
D
P

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de formule om de weerstand uit te rekenen?
A
R = U x I
B
R = I x U
C
R = U : I
D
R = I : U

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de eenheid van de weerstand?
A
Volt
B
Ohm
C
Ampère
D
Watt

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions

In de kerstboom gaat één lampje stuk, de andere lampjes gaan dan ook uit. (hele oude verlichting)
Wat kun je zeggen over de schakeling van de lampjes?
A
Ze staan in serie
B
Ze staan parallel
C
Je kan er niets over zeggen maar moet meer onderzoeken
D
Ze staan zowel in serie als ook parallel

Slide 39 - Quiz

This item has no instructions

Bereken de vervangingsweerstand van 3 weerstanden die in serie staan geschakeld.
R1 = 16 ohm, R2 = 9 ohm en R3 = 7 ohm
A
32 ohm
B
100 ohm
C
19 ohm
D
23 ohm

Slide 40 - Quiz

This item has no instructions

Wat voor soort schakeling is de schakeling op het plaatje hiernaast?
A
Parallel
B
Gemengd
C
Serie
D
Elektronisch

Slide 41 - Quiz

This item has no instructions

Bereken de weerstand van een TV. De stroomsterkte is 4,6 A.
A
5 Ohm
B
50 Ohm
C
1058 Ohm
D
10,58 Ohm

Slide 42 - Quiz

This item has no instructions

Bereken de vervangingsweerstand bij een serieschakeling van twee weerstanden.
R1 = 100 Ohm en R2 = 200 Ohm
A
100 ohm
B
66,6 ohm
C
300 ohm
D
200 ohm

Slide 43 - Quiz

This item has no instructions

Bereken de vervangingsweerstand van twee weerstanden die parallel geschakeld zijn.
R1 = 100 Ohm en R2 = 200 Ohm
A
66 Ohm
B
100 Ohm
C
200 Ohm
D
300 Ohm

Slide 44 - Quiz

This item has no instructions

Bereken het vermogen van een tv die een stroomsterkte heeft van 2,3 A.
A
Dat is niet te berekenen, omdat je te weinig gegevens hebt.
B
989 W
C
230W
D
529W

Slide 45 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de functie van het relais?
A
Het relais meet de spanning
B
Het relais werkt als spanningsdeler
C
Het relais meet de stroomsterkte
D
Het relais werkt als schakelaar

Slide 46 - Quiz

This item has no instructions

In een schakeling is een relais opgenomen als schakelaar.
Door welk onderdeel wordt het relais bediend?

A
door het anker
B
door het breekcontact
C
door de elektromagneet
D
door de spoel

Slide 47 - Quiz

This item has no instructions

Wat is er nodig om een reedcontact te sluiten of te openen?
A
Stroom bij de basis
B
Magneet
C
Spoel
D
schakelaar

Slide 48 - Quiz

This item has no instructions

Waar kun je lading tijdelijk in opslaan?
A
Condensator
B
Spanning
C
Stroom
D
Batterij

Slide 49 - Quiz

This item has no instructions

Welk onderdeel is afgebeeld?
A
Diode
B
Transistor
C
Condensator
D
NTC

Slide 50 - Quiz

This item has no instructions

Hoeveel "pootjes" heeft de transistor?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 51 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn de onderdelen van een transistor?
A
Base, Collector, Emitter
B
Actuator, Sensor, Schakelaar
C
Actuator, Base, Collector
D
Collector, Detector, Emitter

Slide 52 - Quiz

This item has no instructions

Een transistor wordt opgenomen als schakelaar. Door welk onderdeel wordt de transistor bediend?
A
Basis
B
Emitter
C
Collector
D
Een draadje

Slide 53 - Quiz

This item has no instructions

Wat is geen stroomrichting in een transistor
A
basis --> collector
B
basis --> emitter
C
collector - emitter

Slide 54 - Quiz

This item has no instructions

9.4 Elektrische schakelingen
Aan de slag!

Maak 9.4 opdr. 5,7,9,10 (p. 50-54 van NOVA deel A)

SE H9, H11, H12 op maandag 13 november.
Als je tijdens je tentamenweek vragen hebt, kom dan langs!

Slide 55 - Slide

This item has no instructions