This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Burgers en stoommachines
De opkomst van de machines
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Leerdoel
Aan het eind van deze presentatie kun je herkennen en uitleggen op welke manier de Industriële Revolutie begon
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
Engeland
rond 1700
Machtig land met een enorm groot rijk dat zich over de hele wereld uitstrekte.
De bevolking van Engeland groeit, hierdoor is er meer kleding nodig.
Veel kleding wordt gemaakt van katoen, dat door slaven op plantages wordt geplukt, en wol.
Het Britse Rijk omstreeks 1700
Slide 5 - Slide
Spinnewiel
Slide 6 - Slide
Stoommachine
rond 1764
De eerste werkende stoommachine van de Industriële Revolutie was die van Thomas Newcomen rond 1705
Pas door de verbeteringen van James Watt kon de stoomachine pas echt worden ingezet
De Engelsman James Watt voerde een aantal belangrijke veranderingen door in Newcomen's stoommachine waardoor het gebruik en de inzet makkelijker werden.
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Veranderingen door
de stoommachine
Leegpompen van mijnen, waardoor je dieper de grond in kunt (grondstoffen)
Oude energiebronnen (wind-, spier- en waterkracht) worden langzaam vervangen
Stoommachine is overal te plaatsen, niet alleen aan het water
Doordat de vraag naar delfstoffen (ijzer en steenkool voor de machines) sterk toenam, moest er steeds dieper worden gegraven. Met stoommachines werd het grondwater weggepompt.
Slide 9 - Slide
Industriële Revolutie
1750-1900
Door de komst van de machines verandert de manier waarop mensen produceren: van handmatig naar machinaal
De verandering noemen we de Industriële Revolutie
Niet alleen de manier van produceren verandert enorm: ook de komst van stoomtreinen brengt grote veranderingen in het vervoer van mensen en goederen.
Slide 10 - Slide
van kleinschalige handmatige productie in de huisnijverheid...
... naar grootschalige machinale productie in fabrieken
Slide 11 - Slide
Van landbouwstedelijke samenleving ...........
Naar Industriële samenleving!!!!
Slide 12 - Slide
Welk begrip hoort bij deze betekenis: Periode van grote en snelle verandering in West-Europa door de komst van industrie; deze periode duurde van 1760 tot 1850.
A
Industrialisatie
B
Kapitalisme
C
Industriële revolutie
D
Monarchie
Slide 13 - Quiz
Wat is industrialisatie?
A
Een periode van grote en snelle verandering door de komst van industrie.
B
Het ontstaan van industrie (fabrieken) in een gebied waar eerst vooral landbouw was.
C
Een speciale dans.
D
Mensen die in fabrieken werken.
Slide 14 - Quiz
Wat is een van de belangrijkste uitvindingen van de revolutie?
A
stoommachine
B
ploeg
C
straatverlichting
D
dienstensector
Slide 15 - Quiz
In welk land begon de Industriële revolutie?
A
Frankrijk
B
Engeland
C
Nederland
D
Duitsland
Slide 16 - Quiz
Rond 1800 werkten de meeste mensen in Nederland in de:
A
landbouw
B
handel
C
industrie
D
diensten
Slide 17 - Quiz
huiswerk:
Lezen: §5.1
Maken: §5.1: opdr. 2, 3, 4, 5
Klaar?
Samenvatten §5.1
Maken: test jezelf opdr. 1
Slide 18 - Slide
Burgers en stoommachines
De opkomst van de machines
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Leerdoel
Aan het eind van deze presentatie kun je uitleggen op welke manier de Industriële revolutie heeft bijgedragen aan het ontwikkelen van nieuwe producten en de transportrevolutie.
Deze les:
1. Terugblik (5 min)
2. Uitleg (5 min)
3. Huiswerk (25 min)
4. Afsluiting (5 min)
Slide 21 - Slide
In welke land begon de Industriële Revolutie?
A
Groot-Brittannië
B
Duitsland
C
De Verenigde Staten
D
Nederland
Slide 22 - Quiz
Door de industrialisatie ontstaat er een industriële samenleving. Welke samenlevingsvorm verdwijnt?
A
Informatiesamenleving
B
landbouwsamenleving
C
landbouwstedelijke samenleving
D
samenleving van jagers-verzamelaars.
Slide 23 - Quiz
Transportrevolutie
Aanleg waterwegennetwerk: fabrieken worden hieraan gebouwd.
Stoomlocomotief.
1830: eerste spoorlijn tussen Manchester en Liverpool
1839: eerste spoorlijn tussen Haarlem en Amsterdam
Stoomboot
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
Nieuwe producten
1879: gloeilamp uitevonden (Edison).
Gerard Philips sticht in Eindhoven een gloeilampenfabriek.
Uitvinding kunstmest --> gevolg: grotere oogsten
1887: Albert Heijn sticht een levensmiddelwinkel (drop, vermicelli, blikgroente etc.).