What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Landstede Groep
‹
Return to search
7.2 De vorm f(x) = a(x – p) + q²
H7 Kwadratische functies
1 / 14
next
Slide 1:
Slide
Wiskunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
This lesson contains
14 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
H7 Kwadratische functies
Slide 1 - Slide
Leerdoel
Je leert hoe je uit de vorm opmaakt welk punt de top van de grafiek van f is.
f
(
x
)
=
a
(
x
−
p
)
2
+
q
Slide 2 - Slide
7.2 De vorm
f
(
x
)
=
a
(
x
−
p
)
2
+
q
Slide 3 - Slide
a, p
en
q
zijn
parameters
en het kunnen dus ook iedere andere willekeurige letter zijn....
f
(
x
)
=
a
(
x
−
p
)
2
+
q
Slide 4 - Slide
a kan ook 1 zijn, dan staat er niks (x1 blijft immers gelijk)
Als je de haakjes uitwerkt krijg je de standaard vorm van de parabool weer terug.
Maar dat is zeker niet altijd de 'makkelijkste weg'
f
(
x
)
=
a
(
x
−
p
)
2
+
q
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Top van de parabool
De top van de parabool is (p,q)
Ook nu geldt
Als a<0 dan is de grafiek een bergparabool
Als a>0 dan is de grafiek een dalparabool
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Video
Tip!
Alle grafieken bij de familie van functies
hebben als top het punt (3,2).
f
(
x
)
=
a
(
x
−
3
)
2
+
2
Slide 9 - Slide
Belangrijk!
Slide 10 - Slide
Wat zijn de coördinaten van de top van de parabool?
f
(
x
)
=
2
(
x
+
1
)
2
−
3
Slide 11 - Open question
Is dit een dal- of een bergparabool?
f
(
x
)
=
2
(
x
+
1
)
2
−
3
A
Dalparabool
B
Bergparabool
Slide 12 - Quiz
Belangrijk!
Slide 13 - Slide
Maken en nakijken
7.2 De vorm f(x) = a(x - p)^2 + q
10, 11, 12 d,e,f, 13, 14 en 15
Slide 14 - Slide