Hoofdletters & interpunctie
1 / 15
Lesson duration is: 60 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Wat is goed geschreven?
A
't is niks voor mij.
B
'T is niks voor mij.
C
't Is niks voor mij.
D
'T Is niks voor mij.
Slide 2 - Quiz
Wat is goed geschreven?
A
Wanneer gaat meneer Jansen slapen?
B
Wanneer gaat Meneer Jansen slapen?
C
Wanneer gaat meneer jansen slapen?
Slide 3 - Quiz
Wat is goed geschreven?
A
86 Mannen gaan op pad.
B
86 mannen gaan op pad.
Slide 4 - Quiz
Wat is goed geschreven?
A
Lisa de Vries - de Groot
B
Lisa De Vries - De Groot
C
Lisa De Vries - de Groot
Slide 5 - Quiz
Wat is goed geschreven?
A
Wil jij een pepsi max?
B
Wil jij een Pepsi Max?
C
Wil jij een Pepsi max?
Slide 6 - Quiz
Wat staat goed geschreven?
A
Meneer De Jong
B
Meneer de Jong
C
Jaap De Jong
D
Jaap de jong
Slide 7 - Quiz
Wat is goed geschreven?
A
Amazon of Ebay?
B
Amazon of EBay?
C
Amazon of eBay?
Slide 8 - Quiz
Wat is goed geschreven?
A
noord-brabant
B
Noord-brabant
C
Noord-Brabant
D
noord-Brabant
Slide 9 - Quiz
Wat is goed geschreven?
A
Met ananas erop is het geen Italiaanse pizza!
B
Met ananas erop is het geen italiaanse pizza!
Slide 10 - Quiz
Wat is goed geschreven?
A
Wat is een Westelijke zeestroom nou weer?
B
Wat is een westelijke zeestroom nou weer?
Slide 11 - Quiz
Wat is goed geschreven?
A
Woon jij aan de amstellaan?
B
Woon jij aan de Amstellaan?
Slide 12 - Quiz
Wel of geen hoofdletter?
A
oktoberrevolutie
B
Oktoberrevolutie
Slide 13 - Quiz
Welke signaalwoorden gebruik je bij een instructie?
Slide 14 - Open question
Welke signaalwoorden in een brochure of advertentie?