Herhaling hoofdstuk 8

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Vandaag op de planning

- herhaling alles tot nu toe

- bijwerken met opdrachten

- maken test jezelf

Bron, tussenstof, ontvanger

Als ik op de muur trommel en mijn buurman hoort dat, dan verplaatst het geluid zich door ...

1. de lucht
2. de muur
3. water
4. de muur en de lucht

Een gitarist draait een snaar iets losser. Wat gebeurt er met de toonhoogte?

Het gezoem van een mug klinkt veel hoger dan het gezoem van een bij. Bij welk insect bewegen de vleugels per seconde het vaakst op en neer?

1. bij een mug
2. bij een bij

De geluidssterkte wordt meestal gemeten in Hertz (Hz)

1. waar
2. niet waar

Trillingstijd is hetzelfde als frequentie

1. Waar
2. niet waar

Wat gebeurd er met de trillingstijd als de frequentie hoger wordt?

Een pianotoet wordt twee keer aangeslagen. Eerst hard, dan zacht. Wat veranderd er aan de geluidstrilling?

1. de amplitude
2. de frequentie
3. de trillingstijd
4. de amplitude en de frequentie

1 saxofoon geeft een geluidssterkte van 93 dB. Even later spelen er nog 3 saxofonisten mee. Hoeveel dB produceren zij samen?

Welk geluid heeft de hoogste frequentie?

1. 1
2. 2
3. 3
4. Allemaal even hoog

Wat is de amplitude van een trilling?

1. a
2. b
3. c
4. d

Welke frequentie is het grootst?

1. a
2. b
3. c
4. q

Hoeveel trillingen heeft a?

1. 16
2. 15
3. 8
4. 69

Tijdbasis

Bereken: 

a. de trillingstijd

b. de frequentie

Tijdbasis

Bereken: 

a: T = 5 hokjes x 0,005 s = 0,025 s

b. F = 1 / 0,025 = 40 Hz

Een stemvork

Een stemvork heeft een frequentie van 220 Hz. 

Bereken de trillingstijd (in ms) van deze stemvork. 

Huiswerk: 

Controleer of alles van 8.1, 8.2 en 8.3 is gemaakt en nagekeken. 

Maak online de Test Jezelf van 8.1, 8.2 en 8.3