Landstede Groep

Relaties. 4 Alleen of samen?

Programma
4. Alleen of samen?
Vragen vorige lessen
Leerdoelen
Doorloop de lessonup, bestudeer de tekst, bekijk de video, en beantwoord de vragen.

1 / 26
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Introduction

Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen waarom en welke relaties er tussen mensen zijn.

Items in this lesson

Programma
4. Alleen of samen?
Vragen vorige lessen
Leerdoelen
Doorloop de lessonup, bestudeer de tekst, bekijk de video, en beantwoord de vragen.

Slide 1 - Slide

Relaties
Alleen of samen?

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Link

Sociale cohesie betekent:
A
Alle mensen zijn sociale dieren
B
Gevoel dat mensen bij elkaar horen
C
Mannen krijgen een ander oordeel dan vrouwen
D
Groepen mensen die een hekel hebben aan elkaar

Slide 4 - Quiz

Met wie heb je een persoonlijke relatie?
A
Je zus
B
Je vrienden
C
Je broer
D
De politie

Slide 5 - Quiz

Persoon A heeft 5.000 eu gespaard, Persoon B 10.000. Ze trouwen en na een jaar scheiden ze weer. Persoon A krijgt 5.000 euro. Hoe is het paar getrouwd geweest?
A
In gemeenschap van goederen
B
Onder huwelijkse voorwaarden

Slide 6 - Quiz

Vanaf wanneer is het voor homoseksuelen toegestaan te trouwen in Nederland?

Slide 7 - Open question

Welke twee soorten alimentatie bestaan er?

Slide 8 - Open question

Je ouders zijn verantwoordelijk voor je tot je:
A
16e
B
18e
C
21e
D
Altijd

Slide 9 - Quiz

Waardoor is het aantal scheidingen toegenomen?
A
Door werkende vrouwen
B
Door werkende mannen
C
Doordat de kerk minder streng is
D
Doordat er nu meer mensen trouwen

Slide 10 - Quiz


Samenwonen of single?

  • Tegenwoordig leven mensen op verschillende manier samen of alleen.
  • Bijvoorbeeld omdat je bent geadopteerd of in een pleeggezin woont.
  • Of...maar door één van je ouders opgevoed (eenoudergezin)
  • Of...een samengesteld gezin.
  • Of...een LAT-relatie (Living Apart Together)








Slide 11 - Slide


Samenwonen of single?

  • Samenlevingscontract: Verdeling van de spullen bij een notaris. Je trouwt dan niet (dus je hoeft ook niet te scheiden), maar spullen die jullie samen kopen, verdeel je wel wettelijk eerlijk. Ook bij overlijden van je partner krijg je nu wél een deel.








Slide 12 - Slide


Relaties in Nederland
Een paar cijfers

Verandering komt door welvaart: mensen hoeven niet vanwege financien bij elkaar te wonen (wél uit huis, niet trouwen of niet bij kinderen gaan wonen als je bejaard bent, maar in een aanleunwoning).








    Slide 13 - Slide

    Slide 14 - Slide

    Slide 15 - Slide

    Slide 16 - Slide

    Slide 17 - Slide

    Slide 18 - Slide

    Na deze les ken/kun je:
    1. Je kunt een aantal verschillende typen gezinnen benoemen
    2. Je kunt benoemen waardoor mensen langer op zichzelf blijven wonen tegenwoordig. 
    3. Je kunt uitleggen wat een samenlevingscontract is.
    4. Je kunt een beschrijving geven van de ontwikkeling van de individualisering van de begin jaren 1960.

    Slide 19 - Slide

    Met je ouders heb je een persoonlijke relatie, maar ook een functionele relatie.
    Leg uit hoe dat komt.

    Slide 20 - Open question

    Waarom wonen mensen nu vaker alleenstaand?

    Slide 21 - Open question

    In Nederland speelt vanaf 1960 de individualisering een belangrijke rol.
    Individualisering wil zeggen dat iemand:

    A
    gezien wil worden als een zelfstandig individu.
    B
    economisch afhankelijk is.
    C
    weinig persoonlijke relaties heeft.
    D
    een samenlevingscontract heeft afgesloten.

    Slide 22 - Quiz

    De meeste Nederlanders wonen in een standaardgezin.
    Geef twee voorbeelden van hoe het ook anders kan.

    Slide 23 - Open question

    Als je een samenlevingscontract niet meer wil hebben moet je:
    A
    Naar de rechter stappen
    B
    In een ander huis gaan wonen dan je partner

    Slide 24 - Quiz

    Als je niet meer getrouwd wil zijn moet je:
    A
    naar de rechter
    B
    In een ander huis gaan wonen dan je partner

    Slide 25 - Quiz

    Tegenwoordig wonen er meer mensen samen dan vroeger
    A
    Waar
    B
    Niet waar

    Slide 26 - Quiz