Landstede Groep

1.3 Zuivere stoffen en mengsels

Scheikunde
1.3 Zuivere stoffen en mengsels
1 / 15
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Scheikunde
1.3 Zuivere stoffen en mengsels

Slide 1 - Slide

Zuivere stoffen en mengsels
Met zuivere stoffen geef je in de scheikunde aan dat het om één stof gaat.

Met mengsels geef je in de scheikunde aan wanneer het om meerdere stoffen gaat.

Slide 2 - Slide

Verschil? 

Slide 3 - Slide

Zuivere stoffen en mengsels
Met zuivere stoffen heeft een kookpunt en een smeltpunt. Dat wil zeggen dat de temperatuur tijdens een fase-overgang gelijkt blijft.

Met mengsels heeft een kooktraject en een smelttraject. De temperatuur blijft tijdens fase-overgang niet gelijk. 

Slide 4 - Slide

Het smeltdiagram (en een stoldiagram)
Stearinezuur heeft dit smeltdiagram

Slide 5 - Slide

Zuivere stof

Slide 6 - Slide

Mengsel (t blijft niet gelijk)

Slide 7 - Slide

Soorten mengsels
We kennen twee soorten mengsels:
Heterogene mengsels; mengsels waarin je de verschillende stoffen met het blote oog of onder een microscoop kan zien.

Homogene mengsels; mengsels waarbij je de verschillende stoffen niet van elkaar kan onderscheiden. De verschillende moleculen zijn op microniveau met elkaar gemengd.

Slide 8 - Slide

Soorten mengsels
Homogene mengsels bevinden zich in één fase, je ziet de afzonderlijke stoffen niet. We kennen twee soorten homogene mengsels:
  • oplossing
  • gasmengsel
Bijvoorbeeld suiker in water, of lucht. 

Slide 9 - Slide

Soorten mengsels
In heterogene mengsels zie je de afzonderlijke stoffen nog wel. Er zijn vier verschillende heterogene mengsels:
  • suspensie (vast in vloeistof)
  • emulsie (vloeistof in vloeistof)
  • rook (vast in gas) en nevel (vloeistof in gas)

Slide 10 - Slide

Samenstelling van mengsels
De hoeveelheid van een stof of bestandsdeel dat aanwezig is in een mengsel, wordt het gehalte genoemd. De samenstelling is bepaald in massapercentage (massa%).


blz 27/28

Slide 11 - Slide

Massapercentage
In 200 gram jam zit 15 gram suiker, wat is het massapercentage van de suiker?

Massa gevraagde stof (suiker) = 15 gram
Massa totaal (jam) = 200 gram 

Massapercentage=(15 gram/200gram)x100%

Massapercentage = 7,5%

Slide 12 - Slide

Samenstelling van mengsels
Bij het volumepercentage (volume%) gaat het om vloeistoffen en gassen.
blz 28/29

Slide 13 - Slide

Volumepercentage (vol%)

Slide 14 - Slide

Wat ga je doen? 
Heel goed lezen 1.3
Bekijk de voorbeeldopgaves. 
Maken 1 t/m 9 van paragraaf 1.3


Slide 15 - Slide