Landstede Groep

LES 4 filosofie Ataraxia of Verbinding 2324

Aan het einde van deze les: 
  • Ken je de ontwikkeling van "kennis" naar "het goede".
  • Ken je enkele ideeën van klassieke filosofen hierover (Socrates,Plato,Epicures)
  • Heb je DEEL I EN II uit de reader filosofie  afgemaakt  
1 / 17
next
Slide 1: Slide
FilosofieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Aan het einde van deze les: 
  • Ken je de ontwikkeling van "kennis" naar "het goede".
  • Ken je enkele ideeën van klassieke filosofen hierover (Socrates,Plato,Epicures)
  • Heb je DEEL I EN II uit de reader filosofie  afgemaakt  

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

WAT IS GOED?
  • Denken over "het goede"/'wat is goed of fout?' Hoe vind ik dat? 
  • SOCRATES: iemand die in gesprek/dialoog blijft met de ander 

  • Plato: iemand die zoekt naar wijsheid en kennis om de wereld en de mens beter te begrijpen

  • EPICURES: iemand die streeft naar het maximale genot en minimale pijn 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Socrates
  • Schreef niets op papier maar voerde gesprekken: stellen van vragen. 

  • In gesprek deed hij alsof hij niets wist. 

  • Alleen door veel gesprekken met mensen te voeren kom je tot ware kennis over "het goede" en  kun  je goede besluiten maken. 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Plato 
  • Wie of wat is de mens? 
    1. Stoffelijk: het lichaam.
    2. Onstoffelijk: de ziel.

  • De ziel bestaat uit drie delen:
    1. Het verstand        (RATIO)
    2. De gevoelens (EMOTIE)
    3. Begeerte           (GENOT).

  • Deze 3  voeren telkens een innerlijke strijd. 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

SOFISTEN rond 450 voor onze jaartelling: wat weten we nu eigenlijk wel/niet precies ???
  • Is kennis wel mogelijk?
  • Objectieve kennis bestaat niet, de waarheid is subjectief
  • Je moet de ander van jouw waarheid overtuigen: retorica
  • Normen en waarden hebben relatieve betekenis
  • Protagoras: 'De mens is de maat van alle dingen'
  • Bijvoorbeeld: als er een wind waait, zal de één dat koud vinden, de ander niet (relativisme)

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Leer van Epicures
  • Het gaat in het leven om geluk, en dat bereik je door zo veel mogelijk pijn te vermijden en genot na te streven = LEER VH HEDONISME
  • ATARAXIA = streven naar vrijheid van zorgen, affectieloosheid  en emotionele gelatenheid

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Video

This item has no instructions

RATIO, EMOTIE, ATARAXIA 
HOE KAN IK "HET GOEDE" VINDEN OM TE DOEN ? 
1. VANUIT RATIO: ik begrijp wat het goede moet/behoort te zijn 
2. VANUIT EMOTIE: ik voel wat het goede moet/behoort te zijn 
3. VANUIT ATARAXIA: ik laat los om het goede te behouden of te (her) vinden 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions


Slide 9 - Poll

Opdracht
Stap 1
Behandel de volgende stelling: Hoe belangrijk is geld in jouw leven?

Leerlingen kunnen antwoorden met:
Helemaal niet - Niet - Beetje - Belangrijk - Heel belangrijk - Het belangrijkste in het leven

Deze stelling komt aan het einde van de les terug. Als docent interessant om te kijken of de mening van leerlingen aan het einde van de les is veranderd, en vooral waarom.
Tip:
Maak een screenshot van de resultaten, deze kunnen handig zijn aan het einde van de les. 

Instructie docent
Doel: Leerlingen maken kennis met het thema van de les
Tip: 
Het is een introductie op de les. Vraag vooral door naar de redenen van de antwoorden. 


Slide 10 - Poll

This item has no instructions


Slide 11 - Open question

Instructie docent
Stap 2
Leerlingen moeten 3 dingen opschrijven die zij belangrijker vinden dan geld. Bespreek kort de antwoorden.

Doel: Leerlingen maken kennis met het thema van de les

Tip: 
Het is een introductie op de les. Vraag vooral door naar de redenen van de antwoorden. 


Slide 12 - Poll

This item has no instructions

Slide 13 - Video

This item has no instructions

s

Slide 14 - Slide

Opdracht: Wants & Needs
Elk mens heeft ze: wants & needs. Oftewel: voorwerpen die je echt nodig hebt (needs) en die je graag zou willen hebben (wants). De leerlingen gaan 10 voorwerpen zien. Leerlingen mogen zelf bepalen welke voorwerpen ze in welke categorie slepen. 

Zijn het wants of needs?
Wants: Wat je graag zou willen hebben (niet noodzakelijk om te kunnen leven)
Needs: Wat je echt nodig hebt (noodzakelijk om te kunnen leven)

Instructie docent
Doel: Leerlingen krijgen inzicht in welke spullen ze echt nodig hebben en welke slechts leuk zijn om te hebben.

Tips docent:
  • Per voorwerp kan je het gesprek aangaan. Bijvoorbeeld met schoenen: moeten het dan mooie dure Nikes zijn (wants) of heb je gewoon schoenen nodig (needs).
  • Een mooie verdieping kan er plaatsvinden door te vragen hoe leerlingen denken zichzelf te kunnen voorzien van hun wants en needs. Je kan het met de leerlingen hebben over sparen en kopen op afbetaling en de risico’s daarvan.


OPDRACHT "WANTS & NEEDS" 
WANTS = wensen die je altijd nog eens wilt vervullen  
NEEDS = behoeftes waar je echt niet zonder kunt    
1. NOTEER STEEDS 2 WANTS en 2 NEEDS BIJ:
I. GEZONDHEID II. VRIJE TIJD III.MATERIËLE ZAKEN  IV...............  
2.   BEN JE VOOR-of TEGENSTANDER VAN ATARAXIA (2zinnen)

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Zelfstandig werken 
  • alle vragen van deel II uit de reader filosofie zijn af 

  • de lessonup-opdracht "wants" en "needs" uitgewerkt  in je schrift is af   

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions