check ontleden en kijk/luisteren over duzen en siezen

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Willkommen in dieser Stunde

In deze les kom je erachter of je de 1e en de 4e naamval met woorden uit de der-en de ein groep kan toepassen

en we leren wat duzen en siezen betekent. 

00:48

Hoe vind je het onderwerp van een zin?

00:53

En? Had jij het goed?

01:27

Hoe vind je het lijdend voorwerp in een zin?

01:34

En? Had je deze vraag ook goed?

In welke naamval staat het onderwerp?

1. 4e naamval
2. 1e naamval
3. 5e naamval
4. geen naamval

Welke naamval hoort bij het lijdend voorwerp?

1. 1e naamval
2. 2e naamval
3. 3e naamval
4. 4e naamval

1e en 4e naamval

• 1e naamval = Onderwerp (Dt: Nominativ)
• 4e naamval = Lijdend voorwerp (Dt: Akkusativ)

Thomas besucht ... Oma.
In welke naamval staat .... Oma?

1. die 1e naamval
2. die 4e naamval

Welk lidwoord verandert er in de 4e naamval t.o.v de 1e naamval?

Mannelijk

1e naamval

vrouwelijk 

1e naamval

onzijdig 

1e naamval

meervoud 

1e naamval

mannelijk

4e naamval

vrouwelijk

4e naamval

onzijdig 

4e naamval

meervoud 

4e naamval

der

ein

die

eine

das

ein

den

einen

die

eine

die

keine

die

keine

das

ein

volgende week hebben we over dit onderdeel een oefentoets

Kijk rustig het filmpje nog eens terug en maak de aangeraden opdrachten online bij Na klar. Het je de opdrachten nog niet in je papieren boek gemaakt, kan je ze daar ook nog eens oefenen. 

of kijk op deze site: https://oscarromerotalen.nl/Duits/Oefeningen/Grammatica.htm 

duzen oder siezen

Tegen wie zeg jij in het dagelijks leven: u?

00:02

Wat denk je dat duzen und siezen betekent?

00:43

Waarom is dit een moeilijk thema voor een Amerikaan denk je?

00:51

Wat betekent de uitspraak: "....also in vielen Sprachen gibt's das ja gar nicht."

01:34

De vrouw zegt dat:

1. je tegen iedereen Sie moet zeggen.
2. je alleen tegen je vrienden Sie zegt
3. je alleen tegen je vrienden du zegt
4. je tegen onbekenden Sie moet zeggen

02:35

Wanneer mag je iemand met du aanspreken?

1. Als je er zelf naar vraagt
2. Als het aangeboden wordt
3. Mag gewoon altijd
4. Alleen als de ander jonger is

04:44

Wat zegt deze vrouw over hoe ze dit van huis uit geleerd heeft?

05:06

Waarom doet ze het nu anders?
Ben jij het met haar eens?

05:54

De vrouw zegt dat het geen enkel probleem is als jij begint met duzen.

1. Stimmt
2. Stimmt nicht

08:22

Waarover had de vrouw op school een "komisches Gefühl"?

08:22

Hoe zou jij het vinden als je in de bovenbouw ineens met u aangesproken zou worden?

08:51

Ben jij het eens met Mat, dat het niet duidelijk is wanneer je moet duzen oder siezen?

1. ja
2. nee

Zijn de regels voor het duzen en siezen in heel Duitsland gelijk of kan dit per streek/bedrijf verschillen?

1. In heel Duitsland heeft men dezelfde regels
2. Het kan alleen per streek verschillen
3. In alle bedrijven gelden dezelfde regels
4. Per bedrijf kunnen de regels verschillen

uitleg opdrachten

opdracht 8 en 9 maak je online

opdracht 10 en 11 oefen je in 2 of 3 tallen in teams.

Oefen ook vast met een geluidsopname. Je moet dit later opnemen en inleveren

Dank voor je aandacht en graag tot volgende week!

Blijf de woordjes en zinnen bijhouden met leren. De link van deze les staat straks in de chat. Dan kan je het nog eens terugkijken.

Heel veel succes met alles en blijf vooral gezond!