What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Landstede Groep
‹
Return to search
KERN 49_48_soorten teksten_schrijven_BLOK
Terugblik: feit, mening, argument
Utrecht is de hoofdstad van Nederland.
Utrecht is de mooiste stad van Nederland.
Feit of mening?
Nederlands
1 / 32
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
This lesson contains
32 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
120 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Terugblik: feit, mening, argument
Utrecht is de hoofdstad van Nederland.
Utrecht is de mooiste stad van Nederland.
Feit of mening?
Nederlands
Slide 1 - Slide
Wat gaan we doen vandaag?
1. Lezen
2. Uitleg les 49
3. Maken les 49
4. Korte pauze met Jeugdjournaal
5. Uitleg les 46
6. Maken les 46
Slide 2 - Slide
Pak je leesboek erbij!
Je gaat 10 minuten lezen.
Boek niet bij je? Ga het nieuws lezen.
timer
10:00
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Quiz; test jezelf!
6 vragen.
Slide 6 - Slide
1. De uitleg op bladzij 39 van het KERN boek is een voorbeeld van:
A
Een informatietekst
B
Een instructietekst
C
Betogende tekst
D
Overhalende tekst
Slide 7 - Quiz
Slide 8 - Slide
2. De afbeelding over hoe je de Car Wash gebruikt is een:
A
Informerende tekst
B
Instructietekst
C
Betogende tekst
D
Overhalende tekst
Slide 9 - Quiz
Slide 10 - Slide
3. Een krant met nieuws is een voorbeeld van:
A
Een informatietekst
B
Instructietekst
C
Betogende tekst
D
Overhalende tekst
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Slide
4. Meningen over boeken en films (recensies) zijn voorbeelden van:
A
Informatietekst
B
Instructietekst
C
Betogende tekst
D
Overhalende tekst
Slide 13 - Quiz
Slide 14 - Slide
5. De reclame van de Jumbo is een voorbeeld van:
A
Informatietekst
B
Instructietekst
C
Betogende tekst
D
Overhalende tekst
Slide 15 - Quiz
Slide 16 - Slide
6. Geef 1 voorbeeld van een overhalende tekst. (I)
Slide 17 - Open question
Slide 18 - Slide
Zelfstandig werken
Wat?
Maak het werkblad.
Hoe?
Lees uitleg op bladzij 39 bij 'Belangrijk'.
Tijd?
10 minuten. Daarna nakijken.
Eerder klaar?
Maak alvast het huiswerk: les 49 en 46
timer
5:00
Slide 19 - Slide
2. Uitleg KERN 46
Lesdoel: Je leert wat de regels zijn voor het gebruik van de
verwijswoorden deze, die, dit en dat.
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Video
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Quiz: test jezelf!
>> 5 vragen.
Slide 24 - Slide
1.Welk verwijswoord hoort erbij?
"De makelaar (huizen verkoper)
A
Die
B
Deze
C
Dit
D
Dat
Slide 25 - Quiz
2. Ik kreeg net het cijfer van de Wiskunde toets. ..... schrijf ik in mijn agenda.
A
Die
B
Deze
C
Dat
D
Dit
Slide 26 - Quiz
3. De verkeersregelaar, ..... op de kruising staat, geeft aan wanneer je mag rijden.
Slide 27 - Open question
Slide 28 - Slide
4. Ilse kreeg een cadeau ..... nogal kinderachtig was.
Slide 29 - Open question
Slide 30 - Slide
5. Die leraar vind ik te streng, maar ..... vind ik heel aardig.
A
Die
B
Deze
C
Dit
D
Dat
Slide 31 - Quiz
Zelfstandig werken
Wat?
Maak het werkblad.
Hoe?
Lees uitleg bij 'Belangrijk'.
Tijd?
5 minuten. Daarna klassikaal nakijken.
Eerder klaar?
Maak alvast het huiswerk: les 49 en 46
timer
5:00
Slide 32 - Slide