Landstede Groep

Hfd 6.1-6.4 Wat regelt de overheid - HERHALING2

 6. Wat regelt de overheid?

1 / 23
next
Slide 1: Slide
EconomiePraktijkonderwijsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

 6. Wat regelt de overheid?

Slide 1 - Slide

Programma
  • Planning komende weken 
  • Terugblik op huiswerk / SO
  • Herhaling lesstof
  • Aan de slag met oefenopgaven
                                                         

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
Aan het eind van deze les:
  • ken je de begrippen van hoofdstuk 6
  • heb jij inzicht in wat je goed / minder goed kent

Slide 3 - Slide

....
...
Hoofdstuk 6 - Wat regelt de overheid?

Slide 4 - Slide

6.1 De overheid: wie is dat?
  • Drie soorten overheid (Gemeente, Provincie, Rijksoverheid).
  • Alle drie hebben verschillende taken. 
  • Alles wat de overheid regelt noem je de 'collectieve sector'.
  • Wat niet door de overheid wordt geregeld komt uit de 'particuliere sector'.  
  • iedereen die in dienst is bij de overheid: ambtenaar

Slide 5 - Slide

Waar of niet waar?

Collectieve voorzieningen zijn voor iedereen bedoeld.
A
Waar
B
Niet Waar

Slide 6 - Quiz

Waar of niet waar?

De brandweer en de snelwegen zijn voorbeelden van collectieve voorzieningen.
A
Waar
B
Niet Waar

Slide 7 - Quiz

Mensen die geen of te weinig inkomen hebben, kunnen een uitkering krijgen. In ons land heeft de overheid dat geregeld.
Hoe noem je al deze regelingen samen?
A
Sociale premies
B
Belastingen
C
Sociale zekerheid
D
Zorgstelsel

Slide 8 - Quiz

6.2 Wat doet de overheid voor ons?
Collectieve voorzieningen: voorzieningen die de overheid betaalt en waar iedereen gebruik van mag maken.

Sociale premies: Inhoudingen op het brutoloon waarvan de overheid de uitkeringen betaalt.

Slide 9 - Slide

Waar of niet waar?

Op benzine zit geen btw, maar wel accijns.
A
Waar
B
Niet Waar

Slide 10 - Quiz

6.3 Waar doet de overheid het van?
Btw: Belasting over de toegevoegde waarde. Een belasting die de winkelier moet optellen bij de verkoopprijs.

Accijns: Een extra verbruiksbelasting op alcohol, brandstof en tabak.

Slide 11 - Slide

Waar of niet waar?

Verkeersboetes horen bij de belastingontvangsten.
A
Waar
B
Niet Waar

Slide 12 - Quiz

6.3 Waar doet de overheid het van?
Niet-belastingontvangsten: Inkomsten van de overheid uit aardgas, winst uit overheidsbedrijven en boetes.

Slide 13 - Slide

Werkgevers betalen de …………………………………………… van hun werknemers aan de belastingdienst.

A
loonbelasting
B
inkomstenbelasting

Slide 14 - Quiz

6.3 Waar doet de overheid het van?
Een belasting is een verplichte bijdrage die burgers en bedrijven aan de overheid betalen. 

Loonbelasting: dat houdt je werkgever in op je loon en je werkgever betaalt dit aan de belastingdienst.

Inkomstenbelasting: betaalt iedereen die een inkomen heeft.

Slide 15 - Slide

Wat wil de overheid bereiken met het geven van subsidies aan sportclubs?

Slide 16 - Open question

Waar of Niet waar?

Als de rijksinkomsten hoger zijn dan de rijksuitgaven, is er sprake van een begrotingsoverschot.
A
Waar
B
Niet Waar

Slide 17 - Quiz

Waar of Niet waar?

De overheid kan de uitgaven verlagen door geld te lenen.
A
Waar
B
Niet Waar

Slide 18 - Quiz

Het begrotingsoverschot in Nederland is gestegen naar
€ 1,6 miljard. Ons land heeft 17,2 miljoen inwoners.
Bereken hoeveel het begrotingsoverschot is per inwoner. Rond je antwoord af op hele euro’s.
Noteer eerst het bedrag van € 1,6 miljard in miljoenen.

Slide 19 - Open question

6.4 Komt de overheid rond? 
Waar geeft de overheid geld aan uit?
Dit staat in de Rijksbegroting. Deze wordt opgesteld door de Minister van Financiën en besproken op Prinsjesdag. 
De toelichting op de begroting heet de Miljoenennota



Slide 20 - Slide

Zelf aan de slag
* Kijk de oefentoets na
* Maak de herhalingsopgaven 1 t/m 18 (blz 190.)


Klaar?
* Zelf nakijken van de herhalingsopgaven









    
                                               
timer
1:00

Slide 21 - Slide

Huiswerk
Proefwerk Hoofdstuk 6
  • Leer op tijd
  • Verdeel de lesstof over meerdere dagen
  • Oefen de opgaven nog een keer. 

Slide 22 - Slide

Einde
Hoofdstuk 6 - Wat regelt de overheid?

Slide 23 - Slide