Uitstelgedrag

• Mentorles
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Uitstelgedrag

Hoi, ik ben Max

en ik moest een werkstuk maken.

Bij normale kinderen gaat het zo: elke dag doen ze een beetje. Misschien in het begin nog niet zoveel en af en toe een dagje niet, maar ze krijgen het netjes op tijd af...

En toen moest Max in groep 8 een groot werkstuk maken. Hij kreeg er wel 14 weken de tijd voor. En hij nam zich voor het deze keer anders aan te pakken. Hij zou rustig beginnen en dan steeds een beetje meer doen. Net als een trap. Hoe moeilijk kon het zijn? Gewoon de trap oplopen!

Zeurende ouders

Maar het was best gek. De eerste paar weken, die vlogen om. Het lukte Max gewoon niet om wat te doen. Dus maakte Max een nieuw plan....

En toen gingen die middelste weken voorbij en Max had eigenlijk nog geen woord geschreven of getypt. 

Nog meer zeurende ouders

Op maandag leverde hij trots zijn werkstuk in bij zijn juf. En na een week kwam de juf naar hem toe en zei: "Wow! Dat was het beste werkstuk ooit!" (pauze)

Maar zo ging het natuurlijk niet...

Na een week kwam de juf naar hem toe en zei: "Max, dat was echt een heel slecht werkstuk...". 

Wat was er nou toch gebeurd?

Dus werd het tijd voor Plan 3. Vijf weken werden 2 weken, 2 weken werden 5 dagen en toen stond er nog steeds niets op papier. 

Max wilde dat ook wel zo doen. Dat was ook zijn voornemen. Hij had alles klaarstaan. Maar... dit was wat hij deed... En dat gebeurde elke keer...

Een dag voor de deadline

Dus schreef Max zijn werkstuk in één weekend en moesten zijn vader en moeder nog helpen ook. Geen tijd om lekker buiten in het zonnetje te voetballen...

Meester in uitstellen

Max denkt steeds:

'Straks ga ik écht beginnen'

Maar hoe komt dat dan? Laten we de hersens van iemand die wel uitstelgedrag vertoont eens vergelijken met die van iemand die geen uitstelgedrag vertoont...

Ben jij ook een meester in uitstellen?

Ben jij goed in uitstellen?
(1 = nooit uitstellen, 10 = altijd uitstellen)

110

Beschrijf jouw uitstelgedrag
(als je geen uitsteller bent, beschrijf dan hoe je ervoor zorgt dat je wél op tijd begint, dus tips)

Stel jij wel eens wat uit? Schoolwerk of iets anders? Geef 1 of meer voorbeelden.

Jouw uitstelgedrag

• Welke vervelende zaken stel jij ALTIJD uit? 

• Met welke reden heb je iets uitgesteld? 

Wat kwam er uit de test, wat voor uitsteller ben jij?

De optimist

De zelfsaborteur

De perfectionist

Ken je dat gevoel dat je de tijd en taak helemaal vergeet? Wanneer kom jij in de flow? 

Herken jij je in 1 van de onderstaande uitsteltypes?

• De slaper?
• De afgeleide?
• De sociale deler?
• De onderzoeker?
• De snacker?
• De gamer?
• De kijker?
• De tijdloze?

Welk type uitsteller ben jij?

Herinner je het maken van een planning met A-, B- ,C- en D-taken nog?

A-,B-, C-, en D-taken

Taken	Dringend	Niet dringend
Belangrijk	A, hoogste prioriteit, meteen uitvoeren	B, tijd inplannen, niet te lang uitstellen
Minder belangrijk	C, delegeren (iem. anders laten doen) of tussendoor doen	D, geen prioriteit, bewaren voor een rustig moment

vriend terugbellen

nieuwe jas kopen 

buiten spelen

toets van deze week

Niet belangrijk en niet urgent

Urgent, maar niet belangrijk

Belangrijk, maar niet urgent

Belangrijk én urgent

Redenen om schoolwerk uit te stellen

Maak een foto van dit figuur, zodat je het kan gebruiken als je weer eens uitstelt.

Opdracht: Verdeel het werk van deze week in het figuur (mag ook niet schoolwerk zijn). Maak een foto ervan en lever deze in bij de volgende slide. 

Uitstelgedrag uitgelegd

Zal deze taak mij makkelijk of moeilijk afgaan? Wat verwacht ik van deze taak? Wat verwacht ik van mezelf bij het uitvoeren van deze taak?

Hoe belangrijk is deze taak voor mij, welke waarde hecht ik aan deze taak? Heeft het wel/niet uitvoeren gevolgen voor mij?

Hoe groot acht ik de kans om tóch iets anders te gaan doen voordat ik aan deze taak begin, of om tijdens de taak afgeleid te raken door iets anders?

In hoeverre is deze taak urgent? Is er sprake van een deadline voor deze taak?

Expectancy

Value

Impulsiveness

Delay

Wat is bij jou meestal de boosdoener?

ExpectancyVerwachting

ValueWaarde, hoe belangrijk is dit?

Impulsivenessimpulsiviteit

DelayUitstel

Hoe werk ik daaraan?

Value --> 

Vraag je docent om een keer in gesprek te gaan met jou, over het nut van de opdracht/de leerstof. Je kunt het ook aan een familielid vragen, wellicht ga je dan inzien wat het nut is.

Hoe werk ik daaraan?

Impulsiveness --> 

Oefen met HO! Jij bent de baas over je brein! Hoe vaker je 'nee' kunt zeggen, hoe makkelijker het gaat.

Hoe werk ik daaraan?

Delay --> 

Zorg voor een stok achter de deur. Dit kan een deadline zijn, of een beloning die je afspreekt met jezelf of met je ouders.

Hoe werk ik daaraan?

Expectancy --> 

Kijk naar wat wél lukt. Probeer een growth mindset te hebben. Maak stapjes klein en haalbaar. 

Het stappenplan

Kies één van de taken die je noteerde bij het inventariseren van wat jij uitstelt.

• Wat is de boosdoener vooral: expectancy/ value/ impulsivity/delay?
  
• Hoe graag wil ik dat het me lukt om de taak ECHT te doen? (geef een cijfer)
  
• Wat levert het mij op wanneer ik de taak gedaan heb? (welk gevoel, welk zichtbaar resultaat)
  
• Dit is een zo klein mogelijke eerste stap in de goede richting: Eerste stap is…….
  
• Wat of wie heb ik nodig om de taak uit te voeren?
• Wanneer ga ik de eerste stap doen? Datum/tijdstip:
  
• Wat kan mijn eerste stap saboteren (dat ik het toch niet doe)? Mijn “excuus”:
  
• Hoe ga ik dat tackelen? (welke stok zet ik achter de deur?)
  
• Hoe beloon ik mijzelf wanneer ik de eerste stap heb gezet én wanneer de taak vordert én wanneer de taak is afgerond?
  

Hoe makkelijk val jij in slaap?

wat vond je van deze les?

😒🙁😐🙂😃

Let op! Doe deze opdracht pas NADAT de leerlingen de Verleiding Challenge op [gekozen dag] hebben uitgevoerd.

Met devices:

De leerlingen kunnen op het scherm hun antwoord aanklikken. Wanneer alle leerlingen antwoord hebben gegeven, zie je de resultaten weergegeven in een staafdiagram.

Zonder devices:

- Laat de leerlingen hun vinger opsteken en noteer de aantallen per antwoordoptie.

- Gebruik wisbordjes die de leerlingen omhoog kunnen houden.

- Plak briefjes met smileys op het bord en laat de leerlingen bij de passende smiley gaan staan.