Landstede Groep

3TH3 h.h

 H3
 Reacties
1 / 13
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

 H3
 Reacties

Slide 1 - Slide

In welke wet staan de eisen waaraan een product moet voldoen?

Slide 2 - Open question

Wat is geen reactieverschijnsel?
A
warmte
B
verdampen
C
geur
D
licht

Slide 3 - Quiz

Wat is een chemische reactie?
A
Het verdampen van water
B
Het koken van een ei
C
het verven van een ijzeren hek
D
het zagen van een houten plank

Slide 4 - Quiz

Chemische Reactie
Geen chemische reactie

Slide 5 - Drag question

 Agnes maakt het volgende proefverslag:
1 We verhitten een reageerbuis met suiker.
2 Er ontsnapt een geelachtige walm.
3 We houden een lucifer bij de walm.
4 De walm vat vlam.
5 De walm is brandbaar.
6 Na afloop van de proef blijft een vaste zwarte stof in het buisje achter.
7 Er is een chemische reactie opgetreden.

Slide 6 - Slide

Schrijf de nummers op van de zinnen waarin waarnemingen zijn vermeld.

Slide 7 - Open question

Schrijf de nummers op van de zinnen waar een conclusie wordt genoemd.

Slide 8 - Open question

Schrijf drie niet-ontleedbare stoffen op.

Slide 9 - Open question

Als je een elektrische stroom door een oplossing van kaliumjodide leidt, vindt er een reactie plaats. Hierbij worden jodide en water omgezet tot vast jood, waterstofgas en hydroxide.
Hoe heet de soort ontledingsreactie die hierboven is beschreven?

Slide 10 - Open question

Koolstof en koolstofdioxide reageren met elkaar in de massaverhouding:
koolstof : koolstofdioxide = 3 : 8
Bereken hoeveel koolstofdioxide nodig is om 1000 kg koolstof volledig om te zetten in koolstofmonoxide.

Slide 11 - Open question

Waterstofchloridegas en ammoniakgas reageren in de
massaverhouding 15:7
Maak bij de volgende berekeningen gebruik van deze massaverhouding.
Hoeveel gram ammoniak is nodig om met 7,2 g waterstofchloride volledig te reageren?

Slide 12 - Open question

Je hebt 100 gram magnesium en 60 gram zuurstof.
De verhouding van de massa’s waarin magnesium en zuurstof reageren, is 3 : 2.
Bereken hoeveel van welke stof in overmaat is.

Slide 13 - Open question