Gebiedende wijs

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

woordjes D-N van Lektion 2.1 

Vertaal naar het Nederlands:
wegwerfen

Vertaal naar het Nederlands:
sauber

Vertaal naar het Nederlands:
das Gemüse

Vertaal naar het Nederlands:
sich gewöhnen an

Vertaal naar het Nederlands:
verwenden

Der Imperativ (gebiedende wijs)

Welke 3 vormen van de gebiedende wijs ken je?

Hoe maak je de du-vorm (enkelvoud) van de gebiedende wijs?

1. Ich-vorm gebruiken en -e weghalen
2. Du-vorm gebruiken en -st weghalen
3. Er-vorm gebruiken en -t weghalen
4. Hele werkwoord

Hoe maak je de ihr-vorm (meervoud) van de gebiedende wijs?

1. Stam + e
2. Stam + st
3. Stam + t
4. Stam + en

Hoe maak je de Sie-vorm (beleefdheidsvorm) van de gebiedende wijs?

1. Hele werkwoord
2. Werkwoord -en + Sie
3. Hele werkwoord + Sie
4. Gewoon normaal

Wat doe je bij de du & ihr-vorm bij werkwoorden met stam op -d/-t?

Gebied. wijs enkelvoud van "denken"

1. Denkt!
2. Denken Sie!
3. Denk!
4. Denkst!

Gebied. wijs beleefdheidsvorm
"gehen"

1. Geht!
2. Gehen Sie!
3. Geht Sie!
4. Gehe Sie!

Gebied. wijs enkelvoud van "arbeiten"

1. Arbeit!
2. Arbeitet!
3. Arbeite!
4. Arbeiten!

Gebied. wijs meervoud van "machen"

1. Machst!
2. Mach!
3. Machen Sie!
4. Macht!

Gebied. wijs beleefdheidsvorm van "gewinnen"

1. Gewinnen Sie!
2. Gewinnen!
3. Gewinnt!
4. Gewinne!

Gebied. wijs meervoud van "spielen"

1. Spiele!
2. Spiel!
3. Spielen Sie!
4. Spielt!

https: