4H 2.9 van baby tot.. en 2.10 verschillen tussen man en vrouw

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

hoe werkt deze 'les op afstand'

1. zorg ervoor dat je voordat je start de paragrafen hebt gelezen

2. lees de leerdoelen en succescriteria

3. bekijk alle uitlegdia's en uitlegvideo's

4. controleer jezelf door de vragen en oefeningen tussendoor te doen

5. maak aan het einde de verwerkingopdrachten en controleer of je de leerdoelen hebt behaald (voldoe je aan de succescriteria)

6. nog niet behaald = terug naar de stof/ uitlegvideo's en/of zoek hulp

7. geef aan (vraag in laatste dia's) of er extra ondersteuning nodig is van mij tijdens een contactmoment

H2 VOORTPLANTING EN ONTWIKKELING BIJ DE MENS

2.9 leerdoelen

Ik kan

• per levensfase uitleggen wat belangrijke lichamelijke en geestelijke kenmerken zijn
  

succescriteria

• je kunt de definitie van de volgende begrippen uitleggen: levensfase, baby, peuter, kleuter, schoolkind, puberteit, adolescentie, volwassenheid, telomeren
  


• je kunt de de leerdoelen aan een ander uitleggen
• je kunt de (examen)vragen over dit onderwerp goed (bijna foutloos) maken

https:

van baby tot..

• baby's kunnen eerst nog vrij weinig, erg afhankelijk van ouders
  
• de eerste tijd drinkt het moedermelk (of flesvoeding)
  
• voordeel moedermelk - het bevat antistoffen die het kindje de eerste tijd beschermen tegen ziektes (waarvoor de anti-stoffen zijn gemaakt)
  

de eerste jaren

• hersenen ontwikkelen zich in het begin snel (vandaar grote hoofd)
  
• 1e jaar 50% langer en 3x zwaarder
  
• na een paar weken kan de baby lachen (contact leggen)
• veel spieroefeningen - spartelen, dingen vastgrijpen etc

ontwikkelingsfasen

• peuter - ontwikkeling spraak (stembanden en strottehoofd dan pas 'af' en hersengebied voor spraak voldoende ontwikkeld)
• kleuter - motoriek ontwikelt zich (veters strikken)
• schoolkind - alles ontwikkelt zich verder, meer interesse voor omgeving

ontwikkelingsfasen

puberteit - o.i.v. hormonen start secundaire geslachtskenmerken

adolescentie - overgangsfase van puberteit naar volwassenheid

volwassenheid - groei stopt, ontwikkeling gaat door

https:

Waarom worden we niet 150 jaar?

Max is 115 - 120 jaar

De telomeren (uiteinden chromosomen) worden bij iedere mitose korter. Een te kort chromosoom blijft makkelijker plakken - celdeling verstoort. Je overlijdt omdat steeds minder cellen zich meer kunnen delen. 

aan de slag

1. Maak een begrippenlijst van 2.9.

2. Maak de toetsvragen, en kijk deze na.

Controleer of je alle leerdoelen beheerst/ aan alle succescriteria voldoet. Zo niet: opnieuw door de stof/ opdrachten maken/ hulp vragen. 

2.10 leerdoelen

Ik ...

• kan uitleggen wat biologische verschillen zijn tussen man en vrouw
  
• heb een mening over de invloed van cultuur op verschillen tussen man en vrouw
  
• kan uitleggen wat seksuele geaardheid betekent en welke vormen er zijn
  
• heb nagedacht over mijn eigen gender en seksuele geaardheid
  

succescriteria

• je kunt de definitie van de volgende begrippen uitleggen: seksuele geaardheid, heteroseksueel, bisekseksueel, homoseksueel, transseksueel, 
  


• je kunt de de leerdoelen aan een ander uitleggen
• je kunt de (examen)vragen over dit onderwerp goed (bijna foutloos) maken

verschillen tussen mannen en vrouwen

• verschillende voortplantingsorganen
  
• verschillende secundaire geslachtskenmerken
  
• psychische verschillen (gemiddeld! dus niet bij iedereen)

https:

de rol van seksualiteit en geslacht

• verschilt de opvoeding van jongens en meisjes?
  
• waarom zitten er meer mannen op leidinggevende functies?
  

Zit er een verschil tussen het opvoeden van jongens en meisjes? Leg je antwoord uit.

https:

Was jouw opvoeding gender-neutraal of niet? Noem een voorbeeld uit jouw jeugd.

Wat zijn volgens jou de verschillen tussen mannen en vrouwen?

https:

In hoeverre heeft de Nederlandse cultuur invloed op verschillen tussen mannen en vrouwen?

Denk aan de man en vrouw in jouw nabije omgeving (je vader/ moeder of oom/ tante o.i.d.) Wie verdient er per uur meer, de man of de vrouw?

Denk aan de man en vrouw in jouw nabije omgeving (je vader/ moeder of oom/ tante o.i.d.) Wie werkt meer uren per week, de man of de vrouw?

Denk aan de man en vrouw in jouw nabije omgeving (je vader/ moeder of oom/ tante o.i.d.) Wie heeft er een leidinggevende functie?

Denk aan de man en vrouw in jouw nabije omgeving (je vader/ moeder of oom/ tante o.i.d.) Wie werkt in een beroepsgroep waar vaak mensen van hetzelfde geslacht werken? (veel mannen in de bouw...)

Wat valt je op aan de antwoorden die je op de vorige vragen hebt gegeven?

https:

seksuele geaardheid

• heteroseksueel
  
• homoseksueel
  
• bi-seksueel
  
• transseksueel
  
• en nog vele anderen...
  

Invloeden op seksuele geaardheid:

• erfelijke factor
  
• invloeden tijdens embyronale ontwikkeling
  

(het is in ieder geval niet een keuze, of een ziekte o.i.d.)

diversiteit

Diversiteit qua seksuele geaardheid en genderdiversiteit

- interseksueel (hermafrodiet)

- transseksueel

- cisgender

Bekijk de website of de volgende dia.

https:

https:

aan de slag

1. Maak een begrippenlijst van 2.10.
   
2. Maak de oefeningen op de volgende dia's.
   

Controleer of je alle leerdoelen beheerst/ aan alle succescriteria voldoet. Zo niet: opnieuw door de stof/ opdrachten maken/ hulp vragen.