Landstede Groep

dinsdag TL1A

Rekenen met letters:
Gelijksoortige termen 
1 / 18
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavo, havo, vwoLeerjaar 1,2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Rekenen met letters:
Gelijksoortige termen 

Slide 1 - Slide

Rekenen met letters
Leerdoelen

1. Herhalen van vermenigvuldigen met letters.
2. Regels voor het optellen van gelijksoortige letters.

Slide 2 - Slide


product = 

verschil = - 
Product is een ander woord voor vermenigvuldiging. Factoren zijn de getallen in een vermenigvuldiging.

Verschil is ander woord voor min. Termen zijn de getallen in een plus- of minsom.
factoren
Termen
Hoe heet het ook al weer?

Slide 3 - Slide

Bij Getallen kun je de uitkomst berekenen




Slide 4 - Slide

Bij Getallen kun je de uitkomst berekenen

Bij Letters kun je de uitkomst (alleen maar) Herleiden
Je kunt de opgave eenvoudiger oftewel korter schrijven:




Slide 5 - Slide

Bij Getallen kun je de uitkomst berekenen

Bij Letters kun je de uitkomst (alleen maar) Herleiden
Je kunt de opgave eenvoudiger oftewel korter schrijven:

Zoals bij:     a + a + a + a =       4 x a       =  4a




Slide 6 - Slide

Korte herhaling van herleidenkorter schrijven:

a + a + a + a =       4 x a       = 4a




Slide 7 - Slide

Korte herhaling van herleidenkorter schrijven:

a + a + a + a =       4 x a       = 4a

4a + 3a =   
  



Slide 8 - Slide

Korte herhaling van herleidenkorter schrijven:

a + a + a + a =       4 x a       = 4a

4a + 3a =   a + a + a + a      +      a + a + a  =   7 x a   =   7a
  



Slide 9 - Slide

Korte herhaling van herleidenkorter schrijven:

a + a + a + a =       4 x a       = 4a

4a + 3a =   a + a + a + a      +      a + a + a  =   7 x a   =   7a
  Gelijksoortige termen (a) mag je bij elkaar optellen






Slide 10 - Slide

Korte herhaling van herleidenkorter schrijven:

a + a + a + a =       4 x a       = 4a

4a + 3a =   a + a + a + a      +      a + a + a  =   7 x a   =   7a
  Gelijksoortige termen (a) mag je bij elkaar optellen

7a - 2a =     
  




Slide 11 - Slide

Korte herhaling van herleidenkorter schrijven:

a + a + a + a =       4 x a       = 4a

4a + 3a =   a + a + a + a      +      a + a + a  =   7 x a   =   7a
  Gelijksoortige termen (a) mag je bij elkaar optellen

7a - 2a =     a + a + a + a + a + a + a    -  a - a   =  5 x a  =  5a
  




Slide 12 - Slide

Korte herhaling van herleidenkorter schrijven:

a + a + a + a =       4 x a       = 4a

4a + 3a =   a + a + a + a      +      a + a + a  =   7 x a   =   7a
  Gelijksoortige termen (a) mag je bij elkaar optellen

7a - 2a =     a + a + a + a + a + a + a    -  a - a   =  5 x a  =  5a
  Gelijksoortige termen (a) mag je van elkaar aftrekken




Slide 13 - Slide

k + k + k + k
Herleid.

Slide 14 - Open question

7a - 3a

Slide 15 - Open question

Korte herhaling van herleidenkorter schrijven:

a + a + a + a =       4 x a       = 4a

a + b + b + a + b =   2 x a + 2 x b          =  2a + 2b

Dat zijn geen gelijke termen en mag je niet optellen
        Dit kan niet korter geschreven worden
                                    ( K.N.K)


Slide 16 - Slide


Herleiden bij optellen
Samenvatting 
Herleiden bij vermenigvuldigen

Stap 1: eerst de getallen vermenigvuldigen
Stap 2: Neem de letters en plak ze op alfabetisch volgorde achter elkaar. 
Herleiden bij optellen
Bij + of - kan alleen als de letters hetzelfde zijn

5a ⋅ 6b = 30ab
5x ⋅ 7x = 35x² 
5x + 7x = 12x

5a + 6b = k.n. 

Slide 17 - Slide

Zelfstandig werken
  • Aan de slag met opgaven 70 t/m 77
  • Eerste 5 min. zelfstandig
  • Klaar? nakijken + leren voor de toets.
timer
15:00

Slide 18 - Slide