Onregelmatige werkwoorden
Stampen
Forbid - forbade - forbidden (verbieden, verbood, verboden)
Grow - grew - grown (groeien, groeide, gegroeide)
Mean - meant - meant (betekenen, betekende, betekend)
Show - showed - shown (laten zien, liet zien, laten zien)
Wake - woke - woken (wakker worden, werd wakker, wakker geworden)