Landstede Groep

De Sinterklaas Quiz 🎁

De Grote Tender
Sinterklaasquiz





  december 2022
1 / 40
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisBasisschoolMiddelbare schoolPraktijkonderwijsVoortgezet speciaal onderwijsvmbo, mavo, havoLeerroute VLLeerroute VB

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 8 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

De Grote Tender
Sinterklaasquiz





  december 2022

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Waar komt Sinterklaas oorspronkelijk vandaan?
A
Turkije
B
Brazilië
C
Legoland
D
Spanje

Slide 4 - Quiz

In welk jaar is Sinterklaas
geboren?

A
340 voor Christus
B
280 na Christus
C
860 na Christus
D
120 voor Christus

Slide 5 - Quiz

Wat was het beroep van
Sinterklaas?
A
Pastoor
B
Paus
C
Bisschop
D
Paaldanser

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

De schoen zetten begon ooit in de kerk. Voor wie?
A
Voor de kinderen
B
Voor de armen
C
Voor de rijken
D
Voor Tenderleerlingen

Slide 9 - Quiz

Rond ongeveer 1500 werd voor het eerst door kinderen thuis de schoen gezet. Wat kregen zij?
A
Geld, zeep, peper
B
Schoolspullen, kleding, brood
C
Speelgoed, snoep, zout
D
Drank, drugs, wapens

Slide 10 - Quiz

Waarom zeggen ze dat Sinterklaas uit Spanje komt?
A
Hij is begraven in Bari. Dat hoorde ooit bij Spanje.
B
Hij is geboren in Bari. Dat hoorde ooit bij Spanje.
C
Hij ging naar school in Bari. Dat hoorde ooit bij Spanje.
D
Hij ging vaak op reis naar Bari. Dat hoorde ooit bij Spanje.

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Waarom is het meisje boos op Sinterklaas?
A
Hij is haar vergeten een kusje te geven.
B
Hij heeft haar mobieltje afgepakt.
C
Hij is een cadeau voor haar vergeten.
D
Hij is haar naam vergeten.

Slide 14 - Quiz

Hoe heet het paard van
Sinterklaas ?
A
Amerigo
B
Ozosnel
C
Boef
D
Pedro

Slide 15 - Quiz

Welke snoepgoed hoor je NIET te eten met Sinterklaas?
A
Chocoladeletter
B
Pepernoten
C
Oliebollen
D
Chocolademunten

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Wat was er zo grappig in het filmpje?
A
Het kind zei dat de Sint een koning is.
B
Het kind dacht dat de koning Sinterklaas was.
C
Het kind dacht dat de koning Sinterklaas had meegenomen.
D
Sinterklaas dacht dat de koning een kind was.

Slide 19 - Quiz

Uit welk liedje komt de zin
'Gooi wat in mijn schoentje'?
A
Zie de maan schijnt door de bomen
B
Zie ginds komt de stoomboot
C
Sinterklaas kapoentje
D
Dag Sinterklaasje

Slide 20 - Quiz

Wat is zwaarder:
1000 gram pepernoten of
1 kilo marsepein?
A
1000 gram pepernoten
B
1 kilo marsepein
C
Ze zijn even zwaar
D
10 kilo aardappelen

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Welke zin over de vrouw met het rode haar klopt?
A
Ze gelooft nog in Sinterklaas.
B
Ze gelooft niet meer in Sinterklaas.
C
Ze wilde zelf verkleed als Sint.
D
Ze haat Sinterklaas.

Slide 24 - Quiz

Welk woord is
FOUT gespeld?
A
Speculaas
B
Pepernood
C
Marsepein
D
Chocoladeletter

Slide 25 - Quiz

Vul de schoenen met het juiste cadeautje

Slide 26 - Drag question

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Video

Over welk programma ging het filmpje?
A
De wereld draait door
B
RTL Boulevard
C
Wie is de mol?
D
Expeditie Robinson

Slide 29 - Quiz

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Video

Maak af:
Deze Sinterklaas is snel ...
A
verbaasd.
B
creatief.
C
enthousiast.
D
geïrriteerd.

Slide 32 - Quiz

Hoe heet de stoomboot van de Sint?
A
Madrid
B
Spanje
C
Sint-Nicolaas
D
Stoomboot

Slide 33 - Quiz

Slide 34 - Video

Welke bekende acteur speel voor Piet?
A
Andy van de Meijde
B
Gewoon Boef
C
Paul de Leeuw
D
Fred van Leer

Slide 35 - Quiz

We eindigen met een sinterklaasliedje!

Slide 36 - Slide

De Grote Tender
Sinterklaasquiz






EINDE

Slide 37 - Slide

Sinterklaasspel  (online dobbelsteen)
1. Pak één cadeau van de stapel. 
2. Iedereen geeft al zijn cadeaus door naar rechts.
3. Pak één cadeau van de stapel en geef het aan een van de spelers.
4. Iedereen geeft één cadeau door naar links.
5. Leg één cadeau terug op de stapel
6.Pak één cadeau van de stapel en maar pak niet uit

Slide 38 - Slide

Sinterklaasspel 2
1. Alleen jij geeft je cadeau 1 plek door naar links 
2. Iedereen geeft al zijn cadeaus door naar rechts.
3. Pak één cadeau van de stapel en geef het aan een van de spelers.
4. Iedereen geeft één cadeau door naar links.
5. Leg één cadeau terug op de stapel
6.Pak één cadeau van de stapel maar pak niet uit

Slide 39 - Slide

Sinterklaasspel 3
1. Alleen jij geeft je cadeau 1 plek door naar links 
2. Iedereen geeft al zijn cadeaus door naar rechts.
3. Leg al je cadeaus terug op de stapel
4. Iedereen geeft één cadeau door naar links.
5. Leg één cadeau terug op de stapel
6.Pak één cadeau van de stapel maar pak nog niet uit.

Slide 40 - Slide