What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Landstede Groep
‹
Return to search
Werkwoord (spelling) 1 Hfs. 6
werkwoordspelling
1 / 21
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 4
This lesson contains
21 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
werkwoordspelling
Slide 1 - Slide
Werkwoordspelling
Waarom is werkwoordspelling zo belangrijk?
Slide 2 - Slide
Jullie gaan vandaag leren of er een D, T of DT aan het eind van een werkwoord geschreven wordt...
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
werkwoordspelling
Slide 5 - Slide
Maaike (verhuizen) volgende maand naar een andere stad.
A
verhuist
B
verhuisd
C
verhuisde
D
verhuizt
Slide 6 - Quiz
(Worden) jij ook zo blij als de zon schijnt?
A
word
B
wordt
C
werd
D
worden
Slide 7 - Quiz
Het (gebeuren) bijna nooit dat ik te laat op mijn werk kom.
A
gebeurt
B
gebeurd
Slide 8 - Quiz
Daarom (hamsteren) mijn moeder al twee weken pakken rijst en toiletpapier.
A
hamsteren
B
hamster
C
hamstert
D
hamsterd
Slide 9 - Quiz
De weerman (voorspellen) een mooie zomerse dag.
A
voorspelt
B
voorspeld
Slide 10 - Quiz
De zon (schijnen) de hele dag.
Slide 11 - Open question
(worden) jij hier gek van?
Slide 12 - Open question
Ik (lopen) naar school
Slide 13 - Open question
Laura ( moeten) naar school.
Slide 14 - Open question
De houtkachel (branden) goed.
Slide 15 - Open question
Het vliegtuig ( landen) op het vliegveld.
A
land
B
landd
C
landt
D
lant
Slide 16 - Quiz
(Komen) jij naar school?
A
Komt
B
Kom
C
Komd
D
Komdt
Slide 17 - Quiz
Werkwoordspelling
Werkwoordspelling
Slide 18 - Slide
Werkwoordspelling
21-09-2021
D of -dt?
Vervangen door 'lopen' of 'smurfen'
De -t wordt hoorbaar
Slide 19 - Slide
WERKWOORDSPELLING
Slide 20 - Slide
Maken
6.3 spelling opdracht 4 en 5 op je werkblad
Tijd over? Blooket spelling?
Slide 21 - Slide