Landstede Groep

G3a Grieks: 1e les na de zomervakantie

G3a Grieks


De eerste les na de zomervakantie
1 / 90
next
Slide 1: Slide
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 90 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

G3a Grieks


De eerste les na de zomervakantie

Slide 1 - Slide

Programma deze les
  • De anti-zomervakantiewegzakherhaling 
  • Herhaling imperfectum
  • Imperfectumopdracht
  • Herhalingsstencil (zie Magisterhuiswerk)
  • T8C priegelen en vertalen

Slide 2 - Slide

Hoeveel naamvallen heeft het Grieks?
A
3
B
4
C
5
D
6

Slide 3 - Quiz

Welke functie heeft de nominativus?

Slide 4 - Open question

Maak een zin met een naamwoordelijk deel van het gezegde.

Slide 5 - Mind map

Wat is de functie van de genitivus?

Slide 6 - Open question

Wat is de functie van de dativus?

Slide 7 - Open question

Met welke woorden mag je een Griekse dativus vertalen?

Slide 8 - Mind map

Wat is de functie van de accusativus?

Slide 9 - Open question

Wat bepaalt het geslacht van het Griekse zelfstandige naamwoord?
A
De betekenis
B
De uitgang
C
Het lidwoord
D
Iene, miene, mutte...

Slide 10 - Quiz

mnl
vrl
onz
ὁ υἱος 
ἡ ἡμερα 
τὸ πλοῖον
ταῖς θεοῖς 
τὸν ξένον
τά τέκνα
τῇ ἐλευθερίᾳ 
τοὺς δούλους

Slide 11 - Drag question

nom
gen
dat
acc
ὁ υἱος 
ἡ ἡμερα 
ταῖς θεοῖς 
τά τέκνα
τῇ ἐλευθερίᾳ 
τοὺς δούλους
τῶν πατέρων
τῷ λέοντι
τῆς γυναικός

Slide 12 - Drag question

Wil je graag het naamvallenstencil van vorig jaar weer ontvangen?
Ja
Nee

Slide 13 - Poll

Waarmee congrueert τῇ θαλαττᾳ?
A
ἀλλα
B
ἀλλη
C
ἀλλᾳ
D
ἀλλῃ

Slide 14 - Quiz

Waarmee congrueert αἱ Ἀθῆναι?
A
μεγαλαι
B
μεγαληι
C
μεγαλας
D
μεγαλα

Slide 15 - Quiz

Waarmee congrueert τόν δεσποτήν?
A
κακος
B
κακην
C
κακον
D
κακη

Slide 16 - Quiz

Waarmee congrueert τοῦ θηριου?
A
πολλος
B
πολλόν
C
πολλοῦ
D
πολλύ

Slide 17 - Quiz

Waarmee congrueert ταις νῆσοις?
A
φιλοις
B
φιλαις
C
φιλους
D
φιλας

Slide 18 - Quiz

1e ev
2e ev
3e ev
1e mv
2e mv
3e mv
κρατοῦσιν
λύετε
ἐκβαινεις 
γαμεῖ
σῴζομεν
δακρύω
εἰμί
εἶ
ἐστί(ν)
ἐσμέν
ἐστέ
εἰσί(ν)

Slide 19 - Drag question

Herhaling imperfectum

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide


Even oefenen!

Slide 29 - Slide

Werkwoord
ev
mv
1e
1e
2e
2e
3e
3e
ετε
ομεν
ον
ον
ε(ν)
ες

Slide 30 - Drag question

Welke letter is een kenmerk van de verleden tijd in het Grieks
A
α
B
ε
C
ι
D
ο

Slide 31 - Quiz

ο- wordt in het impf een
A
η-
B
ι-
C
ω-
D
υ-

Slide 32 - Quiz

Als het impf begint met η-, welke beginklinker kan het dan niet zijn?
A
α-
B
ε-
C
η-
D
ι-

Slide 33 - Quiz

ἐπεμπομεν =
A
jij stuurde
B
wij stuurden
C
zij stuurden
D
geen van deze antwoorden

Slide 34 - Quiz

ἐβοήθεις =
A
jullie hielpen
B
jij hielp
C
hij hielp
D
zij hielpen

Slide 35 - Quiz

ἐπειθετε =
A
ik haalde over
B
jij haalde over
C
jullie haalden over
D
geen van deze antwoorden

Slide 36 - Quiz

ἐκώλυον =
A
ik verhinderde
B
wij verhinderden
C
hij verhinderde
D
geen van deze antwoorden

Slide 37 - Quiz

Wat kan ἐκώλυον ook betekenen?

Slide 38 - Open question

Als je de praesens-vorm πιπτουσιν in het imperfectum zet, hoe wordt het dan?
A
ἐπιπτον
B
ἐπιπτετε
C
ἐπιπτουσιν
D
πιπτομεν

Slide 39 - Quiz

Als je de praesens-vorm ἐκβαίνω in het imperfectum zet, hoe wordt het dan?
A
βαινον
B
ἔκβαινον
C
ἔβαινον
D
ἐξέβαινον

Slide 40 - Quiz

Als je de praesens-vorm αἰτεῖς in het imperfectum zet, hoe wordt het dan?
A
ᾔτες
B
ἤτες
C
ᾔτεις
D
ἤτεις

Slide 41 - Quiz

Tekst
praesens
imperfectum

ἀκουω
ἠκουον
τικτομεν
ἀπεβαλλετε
ἀποβαλλουσιν

Slide 42 - Drag question

Sleep de imperfectumvormen naar de juiste categorie!
1. augment standaard (ἐλυον)
2. augment bij ww met beginklinker (ἠρεσκον)
3. augment bij samengestelde ww (εἰσεφερον)
προεβαινετε
ἀπεπλεον
ἠγεν
ἐβοηθει
ἐδακρυεν
ᾐτουν

Slide 43 - Drag question

Aan de slag met het impf!
Maak de volgende vormen van het imperfectum:


  1. κρυπτω (1e mv)
  2. πιστεύω (3e ev)
  3. ἀγγέλλω (2e mv)
  4. εἰσφέρω (1e ev)
  5. βοηθέω (3e mv)
  6. ἀποβαίνω (2e ev)
  7. ἐγειρω (2e ev)
  8. εἰμί (1e mv)
Klaar?
Maak het herhalingsstencil (zie Magisterhuiswerk)

Slide 44 - Slide

Aan de slag met het impf!
Maak de volgende vormen van het imperfectum:


  1. κρυπτω (1e mv)
  2. πιστεύω (3e ev)
  3. ἀγγέλλω (2e mv)
  4. εἰσφέρω (1e ev)
  5. βοηθέω (3e mv)
  6. ἀποβαίνω (2e ev)
  7. ἐγειρω (2e ev)
  8. εἰμί (1e mv)
  1. ἐκρύπτομεν 
  2. ἐπίστευε(ν) 
  3. ἤγγελλετε
  4. εἰσέφερον 
  5. ἐβοήθουν
  6. ἀνέβαινες
  7. ἤγειρες
  8. ἦμεν

Slide 45 - Slide

Slide 46 - Slide

Slide 47 - Slide

Slide 48 - Slide

Programma deze les
  • Herhalingsstencil nakijken
  • Leerwerk overhoren 
  • Werkwoordstijdenoefening
  • Aan de slag met T8C

Slide 49 - Slide

Slide 50 - Slide

Slide 51 - Slide

Slide 52 - Slide

Praesensuitgangen
ev
mv
1e
1e
2e
2e
3e
3e
ετε
ομεν
ουσι(ν)
ω
ει
εις

Slide 53 - Drag question

Imperfectumuitgangen
ev
mv
1e
1e
2e
2e
3e
3e
ομεν
ον
ε(ν)
ες
ον
ετε

Slide 54 - Drag question

ὁ στρατηγός =
A
soldaat
B
leger
C
legeraanvoerder
D
strijdwagen

Slide 55 - Quiz

οἱ ἄνδρες (ἀνδρῶν) =
A
mannen
B
vrouwen
C
jongens
D
meisjes

Slide 56 - Quiz

ὁ νοῦς =
A
lijk
B
vermoorden
C
geest
D
ademen

Slide 57 - Quiz

κωλύω (+ inf.)
A
bevelen
B
verhinderen
C
klooien
D
besturen

Slide 58 - Quiz

ἐχθρός (+ dat.)
A
vijandig (aan)
B
vijand
C
geliefd (bij)
D
lieveling

Slide 59 - Quiz

οὐδέ =
A
en niet
B
maar niet
C
ook niet
D
zelfs niet

Slide 60 - Quiz

πάρειμι
ὁ ναύτης
ὁ στρατιώτης
παύω

Slide 61 - Drag question

Grammatica opdracht
Zet no. 1-4 om naar het praesens en no. 5-8 om naar het imperfectum (in zelfde persoon en getal)

1.   ἐκώλυες
2.  ἧκον (1e ev)
3.  ἤθελε
4.  ἐπεθύμουν (2x)
5.  βλέπομεν
6.  οἰκεῖ
7.  ἀκούουσιν
8.  πάρεστε
Klaar? Priegel en vertaal T8C
Zet bij het priegelen de tijd boven de pv!

Slide 62 - Slide

Grammatica opdracht - antw.
Zet no. 1-4 om naar het praesens en no. 5-8 om naar het imperfectum (in zelfde persoon en getal)

1.   κωλύεις
2.  ἥκω
3.  ἐθέλει
4.  ἐπιθυμῶ
     ἐπιθυμοῦσιν
5.  ἐβλέπομεν
6.  ᾤκουν
7.  ἤκουον
8.  παρῆτε

Slide 63 - Slide

Aan de slag!
  • Priegel en vertaal T8C -> zet de tijd boven de pv tijdens het priegelen!
  • Maak GR T8C opdr. 1, 2, 5, 6, 8, 10, 11, 13, 14
  • Maak Inhoud T8C opdr. 1, 3, 5, 6, 8
  • Lees De Trojaanse Oorlog
  • Maak opdr. 2, 3, 4, 6 (HB blz. )


Slide 64 - Slide

Programma deze les
  • T8C bespreken
  • Leerwerk overhoren 
  • GR en Inhoud T8C
  • Start les 9

Slide 65 - Slide

Slide 66 - Slide

Slide 67 - Slide

Praesensuitgangen
ev
mv
1e
1e
2e
2e
3e
3e
ετε
ομεν
ουσι(ν)
ω
ει
εις

Slide 68 - Drag question

Imperfectumuitgangen
ev
mv
1e
1e
2e
2e
3e
3e
ομεν
ον
ε(ν)
ες
ον
ετε

Slide 69 - Drag question

Tekst
praesens
imperfectum

ἀκουω
ἠκουον
τικτομεν
ἀπεβαλλετε
ἀποβαλλουσιν

Slide 70 - Drag question

Sleep de imperfectumvormen naar de juiste categorie!
1. augment standaard (ἐλυον)
2. augment bij ww met beginklinker (ἠρεσκον)
3. augment bij samengestelde ww (εἰσεφερον)
προεβαινετε
ἀπεπλεον
ἠγεν
ἐβοηθει
ἐδακρυεν
ᾐτουν

Slide 71 - Drag question

ὁ στρατηγός =
A
soldaat
B
leger
C
legeraanvoerder
D
strijdwagen

Slide 72 - Quiz

πάντες (πάντων) =
A
alle(n)
B
niemand
C
sommige(n)
D
iemand

Slide 73 - Quiz

οἱ ἄνδρες (ἀνδρῶν) =
A
mannen
B
vrouwen
C
jongens
D
meisjes

Slide 74 - Quiz

ἡ τύχη =
A
tocht
B
lot
C
mededeling
D
toernooi

Slide 75 - Quiz

ὁ ἄγγελος =
A
maker
B
vreemdeling
C
bode
D
wesp

Slide 76 - Quiz

ὁ νοῦς =
A
lijk
B
vermoorden
C
geest
D
ademen

Slide 77 - Quiz

κωλύω (+ inf.)
A
bevelen
B
verhinderen
C
klooien
D
besturen

Slide 78 - Quiz

εὔνους (+ dat.) =
A
vervloekt
B
goedgezind
C
vijand
D
lieveling

Slide 79 - Quiz

ἀντί + gen. =
A
in plaats van
B
uit
C
(samen) met
D
naar

Slide 80 - Quiz

ὅμως =
A
nu
B
maar
C
hoe
D
toch

Slide 81 - Quiz

ἐχθρός (+ dat.)
A
vijandig (aan)
B
vijand
C
geliefd (bij)
D
lieveling

Slide 82 - Quiz

οὐδέ =
A
en niet
B
maar niet
C
ook niet
D
zelfs niet

Slide 83 - Quiz

ἀρέσκω + dat. =
A
smaak
B
bevallen aan
C
favoriet
D
aanvallen

Slide 84 - Quiz

ἄθλιος
ἡ ἀλήθεια
ὁ στρατιώτης
ὁ πατήρ
πάρειμι

Slide 85 - Drag question

παύω
ἅμα
βοηθέω
πιστεύω
ὁ ναύτης

Slide 86 - Drag question

Aan de slag!
  • Maak GR T8C opdr. 1, 2, 5, 6, 8, 10, 11, 13, 14
  • Maak Inhoud T8C opdr. 1, 3, 5, 6, 8
  • Lees De Trojaanse Oorlog (TB blz. 70-71)
  • Maak opdr. 2, 3, 4, 6 (HB blz. 96)
  • Lees TB blz. 73-74 nauwkeurig door
  • Maak TO T9A opdr. A + B maak opdr. B als volgt: noteer nv-gesl-get en zet deinos in de congruerende vorm
  • Bekijk het uitlegfilmpje: https://youtu.be/uBYSngPBVhY 
  • Maak TO T9B opdr. ABC en T9A


Slide 87 - Slide

15 min!

Slide 88 - Slide

10 min!

Slide 89 - Slide

Aan de slag!
  • Lees De Trojaanse Oorlog (TB blz. 70-71)
  • Maak opdr. 2, 3, 4, 6 (HB blz. 96)
  • Lees TB blz. 73-74 nauwkeurig door
  • Maak TO T9A opdr. A + B maak opdr. B als volgt: noteer nv-gesl-get en zet deinos in de congruerende vorm
  • Bekijk het uitlegfilmpje: https://youtu.be/uBYSngPBVhY 
  • Maak TO T9B opdr. ABC en T9A


Slide 90 - Slide