Landstede Groep

§ 4. Spieren

§ 4. Spieren
1 / 26
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo lwoo, b, kLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

§ 4. Spieren

Slide 1 - Slide

Even opfrissen...
Je hebt al geleerd wat een gewricht is in § 3. 

Je hebt geleerd in het vorige (eerste) hoofdstuk wat een Spierstelsel is. 

Slide 2 - Slide

Gewrichten
Kogelgewricht


Rolgewricht


Scharniergewricht

Slide 3 - Slide

Lesdoelen
Na deze les:
- Weet je wat pezen zijn.
- Weet je hoe spieren werken.
- Weet je dat je voor 1 beweging -> 2 spieren nodig hebt. 

Slide 4 - Slide

Hoe noemen we het orgaanstelsel wat uit spieren bestaat?

Slide 5 - Open question

Spieren
Aan je botten zitten spieren.

Spieren en gewrichten heb je nodig om bewegingen te kunnen maken. 

Slide 6 - Slide

Spierstelsel
Alle spieren in je lichaam samen, noemen we het spierstelsel. 
Spieren werken samen om te kunnen bewegen. 

Slide 7 - Slide

Pezen
Elke spier zit vast aan het bot met pezen. 

Slide 8 - Slide

Een spier die aangespannen is, wordt korter en dikker. 


Slide 9 - Slide

Een spier die ontspannen is, is langer en dunner.
Als je arm buigt, heb je je 'armbuigspier' (biceps) gespannen. 

Als je de arm weer wil strekken, dan is je 'armstrekspier' (triceps) gespannen

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Ezelsbruggetje:
Biceps = Boven

Slide 12 - Slide

Biceps
Triceps

Slide 13 - Slide

Trainen
Spieren kun je trainen. Door een spier veel te bewegen met kracht, wordt hij steeds dikker. 


Slide 14 - Slide

De biceps is een .........
A
Spier
B
Bot
C
Gewricht
D
Pees

Slide 15 - Quiz

Een ander woord voor de biceps is.
A
Arm strekspier
B
Arm buigspier
C
Arm spanspier
D
Arm aanspanspier

Slide 16 - Quiz

spieren bewegen mijn ...?
A
gewrichten
B
botten

Slide 17 - Quiz

Het hart is een spier
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quiz

Een spier wordt korter als deze aanspant
A
ja
B
nee

Slide 19 - Quiz

Beweging ontstaat doordat .... 1 .... kunnen samentrekken.

.... 2 .... kunnen niet samentrekken, maar zorgen voor verbinding met het bot.
A
1: spieren 2: spieren
B
1: pezen 2: pezen
C
1: pezen 2: spieren
D
1: spieren 2: pezen

Slide 20 - Quiz

je spieren zitten vast aan je skelet met
A
pezen
B
spierbundels
C
vliezen
D
spieren

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Video

Noem drie grote spieren

Slide 23 - Open question

Wat wil je nog meer weten over spieren of pezen?

Slide 24 - Open question

Opdracht

BK: Lezen blz 29 en maken opdracht 1 t/m 6

KGT: Lezen 29-31 Maak op blz. 31 opdracht 1 t/m 8 (zie opdracht 4 op de volgende bladzijde)

Slide 25 - Slide

KGT opdracht 4:

Slide 26 - Slide