This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
BINAS spel
Slide 1 - Slide
Snelle ronde
Meerkeuze vragen
Slide 2 - Slide
Zijn de bloedholtes in de placenta gevuld met bloed van de moeder, met bloed van het embryo of met beide?
A
Moeder
B
Embryo
C
Beide
Slide 3 - Quiz
Alleen de kleinste antistoffen kunnen van de moeder op het embryo doorgegeven worden. Een kunstmatige antistof met molecuulmassa 490.000u wordt ingespoten bij een zwangere vrouw. Zal deze antistof ook in het kind terechtkomen?
A
Ja
B
Nee
Slide 4 - Quiz
Een ongeboren kind heeft een extra bloedvat: de ductus Botalli. Is het bloed in dit bloedvat zuurstofarm, zuurstofrijk of gemengd?
A
Zuurstofarm
B
Zuurstofrijk
C
Gemengd
Slide 5 - Quiz
Welk deel van de hartcyclus duurt het kortste?
A
Boezemsystole
B
Kamersystole
C
Diastole
Slide 6 - Quiz
De bloeddruk is het laagste in
A
Slagaders
B
Haarvaten
C
Aders
Slide 7 - Quiz
De pO2 in de omgeving is 3 kPa. Bij welke temperatuur is het meeste zuurstof gebonden aan hemoglobine? 20, 30 of 40 graden?
A
20
B
30
C
40
Slide 8 - Quiz
Behoort de humorale afweer tot de niet-specifieke of specifieke afweer?
A
niet-specifieke
B
specifieke
Slide 9 - Quiz
Welk begrip hoort niet bij de cellulaire afweer?
A
Geheugencellen
B
MHC-I
C
Antistoffen
Slide 10 - Quiz
In welk deel van een nefron vindt actief transport plaats van K+ en H+? De schors, binnenste merg of buitenste merg?
A
Schors
B
Binnenste merg
C
Buitenste merg
Slide 11 - Quiz
Welke stof is geen bouwstof van het celmembraan?
A
Fosfolipide
B
Glycoproteine
C
Cholesterol
D
Vitamine B1
Slide 12 - Quiz
Groeit een plant beter bij blauw, groen of geel licht?
A
Blauw
B
Groen
C
Geel
Slide 13 - Quiz
Behoren de zeefvaten tot de houtvaten of bastvaten?
A
Houtvaten
B
Bastvaten
Slide 14 - Quiz
Zet in volgorde van groot naar klein: Microvilli – Darmvlok - Darmplooi
A
Microvilli – Darmvlok - Darmplooi
B
Microvilli – Darmplooi - Darmvlok
C
Darmplooi – darmvlok – microvilli
D
Darmplooi – microvilli - darmvlok
Slide 15 - Quiz
Open ronde
Geef vanaf nu bij je antwoord ook aan in welke tabel je het antwoord hebt gevonden!
Slide 16 - Slide
Hoeveel membranen passeer je als je van het stroma van een chloroplast naar de matrix van een mitochondrium zou reizen?
Slide 17 - Open question
Hoeveel dagen na de ovulatie is de progesteron concentratie in het bloed van de moeder het hoogst?
Slide 18 - Open question
Hoeveel verschillende producenten zijn afgebeeld in het voedselweb van de Binas?
Slide 19 - Open question
Bij de afbraak van een vet ontstaat 1 glycerol, 3 vetzuren en ………
Slide 20 - Open question
Na hoeveel dagen nestelt het embryo zich in het baarmoederslijmvlies?
Slide 21 - Open question
Hoeveel CO2 ontstaat bij de alcoholgisting van 1 glucose?
Slide 22 - Open question
Denitrificerende bacteriën zetten nitraat om in
Slide 23 - Open question
Welk verteringsorgaan geeft het enzym fosfolipase af?
Slide 24 - Open question
Hoeveel energie levert 1 mol ATP?
Slide 25 - Open question
De code AAA CCC UUU in het RNA codeert voor de aminozuren
Slide 26 - Open question
Waar liggen de osmoreceptoren in je lijf om de osmotische waarde van je bloed te meten?
Slide 27 - Open question
Hoe heet het circelvormige DNA van een bacterie, welke aangepast wordt bij genetische modificatie?
Slide 28 - Open question
In welk onderdeel van het hart ligt de sinusknoop?
Slide 29 - Open question
Een stamcel die nog tot alles kan differentiëren binnen het embryo, zelfs tot een nieuw organisme, noemt men:
Slide 30 - Open question
Wat is de functie van galzuren?
Slide 31 - Open question
Dit hormoon stimuleert de maagsapproductie en versterkt de maagmotoriek.
Slide 32 - Open question
Welke invloed heeft het orthosympatische zenuwstelsel op de glucoseafgifte door de lever?