This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Wat betekent βλέπω?
A
kijken
B
vallen
C
bellen
D
beklimmen
Slide 1 - Quiz
Wat is βίος?
A
film
B
oorzaak
C
genot
D
leven
Slide 2 - Quiz
Wat betekent φωνή?
A
dood
B
stem
C
vrijheid
D
zon
Slide 3 - Quiz
Wat betekent ἀπο (+ gen.)?
A
vanaf
B
heilig
C
om, over
D
zonder
Slide 4 - Quiz
Wat betekent κατέχω?
A
in zijn macht hebben, vasthouden, beheersen
B
deelhebben aan, deelnemen aan
C
wegbrengen, wegvoeren
D
zich bekommeren om
Slide 5 - Quiz
Wat betekent θάνατος?
Slide 6 - Open question
Wat betekent ἀεί?
Slide 7 - Open question
Wat betekent πίπτω?
Slide 8 - Open question
De vertaling van r. 5-6 is: 'Eerst gingen dan de blonde Menelaos en de heerser van mannen Agamemnon en de andere aanvoerders aan boord van de grote schepen.'
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quiz
Wat is de vertaling van r. 7?
A
Daarna droegen de soldaten op om de wapens aan boord te brengen.
B
Daarna dragen de soldaten op om de wapens aan boord te brengen.
C
Daarna droegen ze de soldaten op om de wapens aan boord te brengen.
D
Daarna dragen ze de soldaten op om de wapens aan boord te brengen.
Slide 10 - Quiz
Bij welk woord is er in deze vertaling van r. 8 een fout gemaakt? 'Allen zijn erg blij met de verschrikkelijke expeditie en de nieuwe wapens.'