Wat is de be
doeling?
A: ik leer dat bij: jij/hij/zij/het, de pv een -t achter de stam krijgt.
hij helpt
hij draagt
hij vindt
hij praat
B: Ik leer hoe je deze leestekens goed gebruikt: punt, komma, uitroepteken, vraagteken en aanhalingstekens.
C: Ik ken de dicteewoorden op bladzijde 63 en kan ze foutloos schrijven.
Kijk op je bolletjespapier.
Maken 1.8 Spelling
Let OP! Alleen opdrachten 9 en 10 in je schrift maken
Hoe? Samen of alleen. Op de gang of vrije ruimte mag.. maar in tweetallen. Anders in de klas.