What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Landstede Groep
‹
Return to search
3.6
1 / 23
next
Slide 1:
Slide
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
This lesson contains
23 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
dankzij welke stof kan zuurstof hechten aan de rode bloedcel?
A
hemoglobine met ijzer
B
hemoglobine en koolstofdioxide
C
hemoglobine met magnesium
D
hemoglobine met glucose
Slide 13 - Quiz
Wat is de volgorde van de kleine bloedsomloop?
A
rechter kamer, longslagader, longen, longblaasjes, longader, linker boezem
B
rechter kamer, longader, longen, longblaasjes, longslagader, linkerboezem
C
Linker kamer, longslagader, longen, longblaasjes, longader, linker boezem
D
Linker kamer, longader, longen, longblaasjes, longslagader, linkerboezem
Slide 14 - Quiz
Nummer 2 noemen we.................
2
A
aorta
B
longader
C
longslagader
D
holle ader
Slide 15 - Quiz
De longslagader is................
A
zuurstofrijk
B
zuurstofarm
Slide 16 - Quiz
Welk bloedvat wordt aangegeven met nummer 7?
A
darmslagader
B
poortader
C
leverslagader
D
nierslagader
Slide 17 - Quiz
Welk bloedvat is aangegeven met de letter T?
A
Aorta
B
Holle ader.
C
Poortader
D
Longader
Slide 18 - Quiz
De juiste volgorde van je uittscheidingsstelsel is:
A
Nieren->Blaas ->Urineleider
B
Nieren->Urineleider ->Blaas
C
Urineleider->Nieren ->Blaas
D
Urineleider->Blaas ->Nieren
Slide 19 - Quiz
Laag A in de
reageerbuis, bevat
A
Bloedplasma
B
Bloedplasma en bloedplaatjes
C
Bloedplaatjes
D
Bloedplaatjes en witte bloedcellen
Slide 20 - Quiz
Hebben bloedplaatjes een celkern?
A
ja
B
nee
Slide 21 - Quiz
Welk(e) bloedonderde(e)l(en) heeft een vaste vorm
A
Rode bloedcellen en bloedplaatjes
B
Witte bloedcellen en bloedplaatjes
C
Rode en Witte bloedcellen
D
Alleen Rode bloedcellen
Slide 22 - Quiz
De nieren liggen hoog in het lichaam. Zij krijgen het bloed van de ...
A
aorta
B
nierader
C
nierslagader
D
haarvaten in de nieren
Slide 23 - Quiz