What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Landstede Groep
‹
Return to search
Passé Composé met Avoir
Onderwerp
Étape 4 Informons-nous
Grammaire:
Le passé composé
(De voltooide tijd v.t.t.)
1 / 21
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1
This lesson contains
21 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
15 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Onderwerp
Étape 4 Informons-nous
Grammaire:
Le passé composé
(De voltooide tijd v.t.t.)
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
Aan het eind van deze les weet je hoe je de passé composé maakt.
Slide 2 - Slide
Wat weten jullie over de voltooide tijd? Vul in wat in je opkomt.
Slide 3 - Open question
Voltooide tijd =
Passé Composé
Ik
heb
gedanst
= J'
ai
dansé
Slide 4 - Slide
Passé composé bestaat uit:
1. een vorm van
AVOIR
(hebben)
2. een
voltooid deelwoord
Slide 5 - Slide
Geef de juiste vorm van AVOIR:
Nous…...
A
sommes
B
avons
C
ai
D
ont
Slide 6 - Quiz
Vul weer de juiste vorm van AVOIR in:
Vanessa (is een 'zij' dus elle) ...….
A
ai
B
as
C
a
D
avons
Slide 7 - Quiz
1. Je hebt dus het rijtje van AVOIR weer nodig! Geef z.s.m. het rijtje van AVOIR weer.
Slide 8 - Open question
2. Het voltooid deelwoord
Het voltooid deelwoord van een regelmatig werkwoord op -ER, eindigt altijd op " É "
J'
ai
parlé
(parler = praten)
= Ik
heb
gepraat
On
a
chanté
(chanter = zingen)
= We
hebben
gezongen
Slide 9 - Slide
N'oublie pas:
Passé composé bestaat ALTIJD uit een hulpwerkwoord ÈN een voltooid deelwoord!!!
Pas op! Hou altijd het hulpwerkwoord en het voltooid deelwoord bij elkaar! (net als in het Engels)
Bijvoorbeeld: Ik
heb
een hamburger
gegeten
= J'
ai
mangé
un hamburger.
Slide 10 - Slide
Samenvatting:
Hulpwerkwoord + voltooid deelwoord
Het hulpwerkwoord is een vorm van AVOIR
DAN komt er een voltooid deelwoord!!!!
Nous
avons
joué.
Wij
hebben
gespeeld.
Slide 11 - Slide
Regardez bien!!!
Slide 12 - Slide
Le chien a mangé une glace.
A
De hond eet een ijsje.
B
De hond at een ijsje.
C
De hond heeft een ijsje gegeten.
D
De hond had een hoed op.
Slide 13 - Quiz
Hij heeft gepraat
A
Il a parlé
B
Ils ont parlé
C
Elle a parlé
D
Nous avons parlé
Slide 14 - Quiz
Slide 15 - Video
De hond heeft gedanst
A
Le chien a danse
B
Le chien ont dansé
C
Le chien dansé
D
Le chien a dansé
Slide 16 - Quiz
Vertaal:
Vous avez dansé
Slide 17 - Open question
Ik heb in Groningen gewoond.
A
J'ai habite à Groningue.
B
J'ai habité à Groningue.
C
Je suis habité à Groningue.
D
Je suis habite à Groningue.
Slide 18 - Quiz
Waaruit bestaat de Passé Composé?
Slide 19 - Open question
Geef aan of je zelfstandig verder kunt werken of dat je nog hulp nodig denkt te hebben. Vul in : ZELF of HULP
Slide 20 - Open question
Kortom:
- Leer eerst het rijtje van
avoir
nog eens.
- Vervolgens moet je goed onthouden dat er altijd een
voltooid deelwoord
achteraan komt: dansé, chanté, parlé, commencé etcetera...
Slide 21 - Slide