Landstede Groep

Haben/sein + L 1-3 Wortschatz H2

Je ziet onderstaande zin. Wat moet je doen om het goede werkwoord in te vullen?
"Ich (wohnen) in Berlin"

1 / 13
next
Slide 1: Open question
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Je ziet onderstaande zin. Wat moet je doen om het goede werkwoord in te vullen?
"Ich (wohnen) in Berlin"

Slide 1 - Open question

Wat is het goede werkwoord?
Janna ....... Wasserball
A
spiele
B
spielt
C
spielen
D
spielst

Slide 2 - Quiz

Wat is de goede vorm van het werkwoord?
"______ du Markus?"
A
Heißst
B
Heißen
C
Heißt
D
Heiße

Slide 3 - Quiz

Wat is je juiste vorm van het werkwoord?
"Frau Müller, _________ Sie gern Pizza?"
A
essen
B
esst
C
essst
D
esse

Slide 4 - Quiz

Ich will gerne kommen, aber ich habe keine Zeit.
Wat betekent 'aber'?

Slide 5 - Open question

"Es ist wichtig, dass du deine Hausaufgaben machst!"
Wat betekent 'wichtig'?

Slide 6 - Open question

'Seit einer Woche bin ich krank.'
Wat betekent 'seit'?

Slide 7 - Open question

Schrijf het getal dat je hoort voluit op in het Duits.

Slide 8 - Open question

Schrijf het getal dat je hoort voluit op in het Duits.

Slide 9 - Open question

Schrijf het getal dat je hoort voluit op in het Duits.

Slide 10 - Open question

(heb jij) deine Hausaufgaben gemacht?
Het juiste werkwoord is...
A
habst du
B
hat er
C
hast du
D
hast er

Slide 11 - Quiz

(is zij) 16 Jahre alt?
A
Ist sie
B
Sind sie
C
Sind Sie
D
Ist Sie

Slide 12 - Quiz

(zijn jullie) heute frei?

Slide 13 - Open question