What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Landstede Groep
‹
Return to search
Klare taal plus - les 4 - (modale) hulpwerkwoorden
Welkom allemaal
Vandaag leer je meer over hulpwerkwoorden
1 / 16
next
Slide 1:
Slide
NT2
MBO
Studiejaar 1
This lesson contains
16 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
120 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Welkom allemaal
Vandaag leer je meer over hulpwerkwoorden
Slide 1 - Slide
Welke hulpwerkwoorden
ken je al?
Slide 2 - Mind map
Hulpwerkwoorden 1
Een hulpwerkwoord komen altijd samen
met een ander werkwoord.
Ik
wil
naar huis
gaan
.
I
want
to
go
home.
Slide 3 - Slide
Bekende hulpwerkwoorden
Moeten -
must
Mogen -
may
Zullen -
shall
Kunnen -
can
Willen
- want to
Hoeven
- have to
Slide 4 - Slide
Hulpwerkwoorden (modale ww)
We
moeten
een cadeau
kopen
.
In de les
mogen
we geen Engels
spreken
.
Ik
zal
het boek
pakken
.
Ik
kan
een beetje Nederlands
spreken
.
Ik
wil
naar de bioscoop
gaan
.
Slide 5 - Slide
De modale hulpwerkwoorden
Slide 6 - Slide
Hulpwerkwoorden 2
Een hulpwerkwoord zie je ook vaak samen als:
hebben / zijn
+
voltooid deelwoord.
Ik
ben
naar de Efteling
geweest.
Ik
heb
gister pannenkoeken
gegeten.
Slide 7 - Slide
Wat is/zijn de hulpwerkwoord(en):
"Hij wil jou graag helpen."
Slide 8 - Mind map
Wat is/zijn de hulpwerkwoord(en):
"Ik hoef geen vaccinatie te halen."
Slide 9 - Mind map
Wat zijn de hulpwerkwoorden:
"Ik ben ziek geweest"
Slide 10 - Mind map
Wat is/zijn de hulpwerkwoord(en):
"Ik zou wel patat willen halen"
Slide 11 - Mind map
Wat is/zijn de hulpwerkwoord(en):
"Hebben jullie het museum bezocht?"
Slide 12 - Mind map
Wat is/zijn de hulpwerkwoord(en):
"Ik zou wel patat willen halen"
Slide 13 - Mind map
Kahoot!
Slide 14 - Slide
Aan de slag
Vul het oefeningenblad in bij les 4
Klaar?
Ga verder met opdrachten die nog niet af waren, woordenschat en werkwoordspelling.
Slide 15 - Slide
Oefenen / practicing
RENNEN
ik ren
jij rent
hij/zij/u rent
wij rennen
jullie rennen
zij rennen
Slide 16 - Slide