What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Landstede Groep
‹
Return to search
Woordsoorten 3KB
Woordsoorten
1 / 32
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 3
This lesson contains
32 slides
, with
interactive quizzes
,
text slide
and
3 videos
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Woordsoorten
Slide 1 - Slide
Welke woordsoorten kennen we al?
Woordsoorten
Slide 2 - Mind map
Slide 3 - Video
Rotterdam
A
lidwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
werkwoord
Slide 4 - Quiz
Lidwoord
noem een lidwoord:
Slide 5 - Open question
Rijst
A
Lidwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Bijvoeglijk naamwoord
Slide 6 - Quiz
auto
A
lidwoord
B
bijvoeglijk naamwoord
C
werkwoord
D
zelfstandig naamwoord
Slide 7 - Quiz
Het
A
Lidwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Bijvoeglijk naamwoord
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Video
Waar staat het bijvoeglijk naamwoord meestal?
A
achter het zelfstandig naamwoord
B
voor het zelfstandig naamwoord
Slide 10 - Quiz
gedachte
A
lidwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
werkwoord
Slide 11 - Quiz
Dronken
A
bijvoeglijk naamwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
voorzetsel
D
lidwoord
Slide 12 - Quiz
Jan heeft een nieuwe auto gekocht.
A
auto is bijvoeglijk naamwoord
B
Jan is bijvoeglijk naamwoord
C
nieuwe is bijvoeglijk naamwoord
Slide 13 - Quiz
Lopen
A
Werkwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Bijvoeglijk naamwoord
D
Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
Slide 14 - Quiz
Slide 15 - Video
rijdt
A
lidwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
werkwoord
D
voorzetsel
Slide 16 - Quiz
Wat is een werkwoord?
Slide 17 - Open question
Wat is geen woordsoort?
A
Voorzetsel
B
Lijdend voorwerp
C
Werkwoord
D
Lidwoord
Slide 18 - Quiz
Welk woordsoort is 'zwemmen'?
A
werkwoord
B
voorzetsel
C
lidwoord
D
bijvoeglijk naamwoord
Slide 19 - Quiz
Waar zegt het bijvoeglijk naamwoord iets over?
A
Zelfstandig naamwoord
B
Bijwoord
C
Werkwoord
D
Bijvoeglijk naamwoord
Slide 20 - Quiz
Ik heb een WOLLEN trui
A
zelfstandig naamwoord
B
stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
Slide 21 - Quiz
'racefiets' is een ...
A
lidwoord
B
bijvoeglijk naamwoord
C
werkwoord
D
zelfstandig naamwoord
Slide 22 - Quiz
Hoeveel lidwoorden zijn er?
A
2
B
3
C
4
D
Oneindig veel
Slide 23 - Quiz
zelfstandig naamwoord
A
mensen, planten, dieren, dingen
B
mensen, planten, dieren, lidwoorden
C
mensen en dieren
D
mensen, lidwoorden
Slide 24 - Quiz
Het schijnt dat de grote man een tas en een gsm gestolen heeft in de buurt van het park.
Deze zin bevat:
A
4 lidwoorden
B
5 lidwoorden
C
6 lidwoorden
D
7 lidwoorden
Slide 25 - Quiz
Maak een foto van een zelfstandig naamwoord.
Slide 26 - Open question
Wat is een voorzetsel?
A
de
B
naast
C
fietsen
D
fles
Slide 27 - Quiz
Noem een voorbeeld van een voorzetsel:
Slide 28 - Mind map
Maak een foto van een werkwoord
Slide 29 - Open question
Sleep de woordsoorten naar de juiste box.
lw
zn
vz
bn
vw
ww
de
hoewel
op
regen
bedachte
behandeld
Slide 30 - Drag question
Wat is het voorzetsel in de zin?
'Hij liep hard tegen de tafelpunt aan.'
A
hard
B
tafelpunt
C
er staat geen voorzetsel in de zin
D
tegen
Slide 31 - Quiz
Wat heb je van deze les geleerd?
Slide 32 - Open question